472 gevuld met één, uit Groot-Atjeh, ontboden brigade om daarna een tocht in de binnenlanden langs de Keureutoi rivier en de Kroeng Pira* te beginnen. Bij Loeboe Minjeu werd deze tocht op den 21eD Januari wreed onderbroken door den dood van Webb. Een boom horizontaal tusschen andere boomen opgehangen en met rotan los bevestigd, viel op de colonne en trof den man, die algemeen gezien en bemind was en een sieraad van het leger mocht genoemd worden. Na 10 uur van bewusteloosheid bezweek hij in de wildernis, ver van vrouw en kind. Zijn lijk werd in een looden kist naar Koeta Radja overgevoerd en aldaar op den 25en Januari op het kerkhof te Petjoet onder algemeene deelneming begraven. Deze enkele regelen ter herinnering aan hem, die zulk een belangrijk aandeel in het succes van den tocht naar Koeta Blang Djeurat had, meende ik niet achterwege te mogen laten. Door het gebeurde uit de laatste levensdagen van Webb bekend te maken, hoop ik iets bijgedragen te hebben om hem in onze herinnering te doen voortleven. Koeta-Radjaden 288ten Februari 1902. W. B. Oort.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 506