«Txnx(«n)lll)
c 2PxAH xxA'-txAF(io>
het practisch gebruik en iiet nut van het geschut
DER KONINKLIJKE NEDERLANDSCIIE MARINE.
(Met Plaat XIII).
Vervolg van blz. 427 en slot.
Bij de in de vorige aflevering vervatte spreidinggegevens zijn
wij uitgegaan van de 3 formules:
g x |2
50°/o hoogte spreiding y-yi Ax+Bx y-, X CQg g
gh R x \3
50% breedtespreiding -f
2000
50°/o Breedtespreiding
50°/o Hoogte-spreiding
(20)
50°/o Hoogtespreiding
x
bij het geweer en kanon van 3,7 cM.
2000_
Hierin is:
A tga tgai
2000
B Y0 Y0l 0,8 Meter 2 x PO °/0 afwijking.
A R de tolerantie in mM. van de centreerband.
AP 3°/oo van het gewicht projectiel.
A 0,02.
In de practijk zullen waarschijnlijk de factoren B en fout in
P wel dikwijls meer dan 4 x de gemiddelden bedragen; door
achteruitgang van het kruit zal de Yo kleiner worden, terwijl
ook projectielen, welke meermalen gevernist zijn, nog al eens,,
nadat ze gevuld zijn, in gewicht uiteenloopen.