x-£x( 474 De 50°/o afwijking B, dus de 100°/o afwijking 2 B 0,6 Meter. Hebben we op een gegeven moment een Y0 van [V0 6,8] Meter, dan is de afwijking naar eene zijde 6,8 Meter en wordt •de formule: Hoogtespreiding Ax 6,6 X x 2 c X V03 vcos a 1 3 P2 cos 6 We zouden nu bijvoorbeeld bij het kanon van 17 cM. A. no. 1 krijgen op 2000 Meter: 20 Hoogtespreiding 1 x 0,3403 0,0956 x 4,07 3,674 M. Stellen we nu bijvoorbeeld ook nog, dat er een projectielge- wichtsverschil is van 0,5 KG. meer of minder dan het gemid delde, dan krijgen wij dus voor dat zelfde kanon van 17 cM. een 100 °/0 afwijking van 1 dus 2 X 100 °/0 afwijking 2 In de formule (10) werd aangenomen 3 °/00, dus is hier de fout in P 7 X zoo groot en wordt C dan in plaats van 0,0956: 0,0869 X 0,024 0,1071 0,218 of i 0,1071 =0,004. op 2000 Meter, dus 0,218 X 1,07 0,88726 of 0,004 X 4,07 0,01628. Dit gecombineerd met de voorgaande fout zou dus geven: Op 2000 Meter. Hoogtespr. 1 x 0,3403 0,88726 4,155. 20 Hoogtespr. 1 -f x 0,3403 0,01628 3,284. De 50 °/0 spreiding bedroeg op 2000 Meter afstand voor genoemd kanon 1,52; de 100 °/0 spreiding bedraagt dus 4 X 1,52 6,08 Meter op 2000 Meterde boven gevonden getallen voor de Hoog tespreiding vallen beide verre binnen deze 100 °/0 spreiding, zoodat wij zien, dat de formule volstrekt niet te gunstig berekend is. In de Engelsche en Nederlandsche Marines worden tegen woordig elk jaar door de verschillende bodems schietoefeningen gehouden, waarvan de resultaten bekend gemaakt worden en waar bij zooveel mogelijk een wezenlijk gevecht wordt nagebootst. TT 20

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 508