- 479
I het kaliber van den vuurmond, waarmee men vuurt.
2° met de grootte van het doel.
3° met de mate van nauwkeurigheid der afstand-bepaling.
4° met de geoefendheid en bedaardheid der kanonniers, en
5° met andere omstandigheden.
Het hangt alzoo van verschillende oorzaken af, tot welken
afstand men zal mogen gaan met snelvuur, maar ten einde
onnoodige munitieverspilling te voorkomen, zal men een gemid
delde grens moeten aangeven, waarboven men niet dan in bij
zonder gunstige omstandigheden mag gaan.
Voor de verschillende kalibers van vuurmonden zullen we
dan krijgen:
Tot ivelken afstand snelvuur mag afgegeven worden:
Met
welken
vuur
mond.
Op een doel.
Grootste
afstand.
Op een doel.
Grootste
afstand.
15 cM.
12
7.5
Schepen grooter
dan -+- 2500 ton,
waterverplaatsing
dus kleine krui
sers en daarboven.
2500
2500
1800
1600
1300
Torpedo- en ka-
nonneervaar tuigen,
dus schepen van
minder dan -(- 2500
ton waterverplaat
sing.
1700
1700
1300
1100
700
Op grooter afstand zal een nauwgezet, kalm, goed gericht
stukkenvuur de meeste kans van treffen geven, waarbij zooveel
mogelijk de verschillende correctiën dienen toegepast te worden.
Er kan bij de Marine in de meeste gevallen van inschieten,
in den zin als dit bij de artillerie te lande wordt opgevat, geen
sprake zijn, daar gewoonlijk öf het opstellingsvlak, of het doel,
of beide van plaats veranderen; en zelfs vrij snel en niet eens
gelijkmatig. De wezenlijke vaart zal wel ongeveer dezelfde
blijven, doch de relatieve vaart en koersen veranderen.
Bij jagen of retireeren komt het inschieten der Marine dat
■der landmacht het meest nabij.
Zooals hierboven werd aangetoond is afstandmeting aan boord
ep grooten afstand niet zeer nauwkeurig, maar men heeft in
5
3.7