512
de voorkeur. Men tracht wel eene reserve te vormen, maar dit
blijkt onder de bestaande bepalingen tot nu toe onuitvoerbaar.
De ondervinding heeft geleerd, dat zij, die eenmaal bij de militie
hebben dienst genomen, in dienst blijven, behalve, wanneer zij van
woonplaats wenschen te veranderen of wegens andere dringende
redenen. In zulke gevallen zou het even moeilijk zijn te voldoen
aan de voorwaarden van de reserve als om te dienen bij het
actieve gedeelte. Ontheffing van verderen diensttijd wordt zon
der bezwaar verleend op aanbeveling van den commandeerenden
officier, daar recruten tot aanvulling der opengevallen plaatsen
gemakkelijk te krijgen zijn. Ook is de geoefendheid van den ver-
trekkenden milicien voor den staat niet geheel verloren; velen toch
nemen dienst bij een ander militiekorps of bij de vrijwilligers.
Bij het bepalen van de soldij was het noodzakelijk rekening
te houden met de plaatselijke omstandigheden. Daar men rekent,
dat een man over het algemeen gemiddeld 8 s. per dag verdient,
wordt dit bedrag ook uitbetaald voor oefeningen, die een geheelen
dag duren en gedurende het verblijf in oefeningskampen. Een
evenredig bedrag wordt toegekend voor nachtoefeningen of halve
dagen. Het aantal oefeningen, die een milicien moet bijgewoond
hebben om als afgericht beschouwd te worden, bedraagt:
25 nachtoefeningen van 1> uur, tegen betaling van 2 s.
15 oefeningen van 3 uur (overdag) „4
5 „een geheelen dag 8
De voorschriften verlangen, dat de oefeningen van een geheelen
dag gehouden worden op openbare vacantiedagen of wanneer de
manschappen in kampen zijn vereenigd.
liet maximum, dat een milicien jaarlijks kan ontvangen
bedraagt in Nieuw-Zuid-Wales 9.12 s.in Victoria 7.10 s.
Behalve de verplichte oefeningen komen de miliciens ook voor
sommige oefeningen vrijwillig op, zonder daarvoor betaling te
ontvangen. In het bijzonder is dit het geval met de veld
artillerie.
De onkosten voor kleeding, muziek, enz. worden feitelijk door
het gouvernement gedragen door het op onbekrompen wijze toe
kennen van per hoofd berekende toelagen voor het korps (capita
tion grant,) en geldelijke premiën voor militaire bruikbaarheid.
Uitrusting, overjassen en helmen worden door het gouvernement