531 ten gerieve van Ritmeester van Haaff onmiddelijk: „Licht, veel licht, meer licht, nooit genoeg licht." Z.W.E.G-estr. duide het mij echter nu niet euvel, dat een zeker onhartelijk gevoel, hetwelk ik den vijand toedraag, het in deze wint van mijne kameraad schappelijke gevoelens voor hem. Die hoogstaande haren ten spijt dus nogmaals: „Zoekt de schaduw Aangezien Ritmr v. H. mij een allervreemdste toepassing van dezen stelregel toedicht, acht ik het niet ondienstig om door een schetsje aan te geven, hoe ik mij de beveiliging en de verkenning voorstel. Daartoe zal ik een willekeurig stukje nemen van de kaart van Pedir. Aangenomen wordt, dat een colonne marcheert via Batee naar Toengkob en van daar verder in Westelijke richting. Sterkte der toegevoegde cavalerie: 3 pelotons. Na de Kroëng Batee te zijn overgestoken, bevindt Peleton A. zich in de heuvels (A.), het Peloton B. marcheert tusschen beide in op het sawahpad, waarover de marschrichting der colonne vermoedelijk loopen zal (Bi). Het heeft een 10 man sterke patrouille op 300 M. voor zich uit. Op deze patrouille, die, zoo al te groote drassigheid der sawah dit niet belet, uitgezwermd rijdt en waarbij zich de PePC4 bevindt, houden de andere pelotons zooveel mogelijk richting. De Esk8^ houdt zich op bij het middenpeloton. Het peloton C doorzoekt in 3 patrouilles de kampong bezui den Kroeng Lada (Ci). A2 B2 C2 geeft de 2e opstelling van het eskadron aan. De infanterie zal nu met hare voorste afdeeling ter hoogte van de Kr. Batee gekomen zijn. Een door B achtergelaten patrouille rapporteert, dat het hoofd dei- colonne déboucheert uit Batee door b.v. van af het lroogtetje 800 M. bewesten het woord Batee, het teeken „voorwaarts" te geven. A2 marcheert met zijn patrouilles uitgezwermd door het heu velland, B2 als Bi, C2 met een patrouille in Soenen en met de twee andere (na eerst een der patrouilles verspreid tegen Pandee gezonden te hebben) naar Tjroeng. Zoo uit de houding dei- bevolking of op andere wijze mocht blijken, dat een doorzoeking

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 565