534
kwaadwilligen kunnen opdringen, maar eerstens zijn ze door
mijn ruiters een eind op zij geschoven en hebben ze dus minder
tijd daartoe en ten tweede is hun moreel, bij mijn wijze van
ageeren, veel minder hoog, dan bij die, door Ritmr. v. Haaff
voorgestaan, omdat zij telkens hun tol aan dooden en gewonden
aan mijn bedekt rijdende ruiterij hebben moeten betalen.
Dat bij de methode de Lannoy de trein niet zou kunnen wor
den aangevallen, b.v. bij het oversteken van de Kr. Lada, door
eenige fanatieken, zooals criticus beweert, is al heel onzeker.
Zoo'n colonne is soms uren lang. Zouden, omdat Ritm1'. v. H.
om 12 uur langs de kampongs is gemarcheerd, om 1 uur,
niet een paar kwaadwilligen op de colonne kunnen invliegen
Dat is wel wat al te optimistisch gedacht.
Ook bij mijn methode zal het deze vrienden mogelijk zijn, maar
na eenige ontvangen lesjes in het bedekte terrein zullen ze er
minder lust toe hebben (zie mijn brochure blz. 29).
De angst van criticus voor het bedekte terrein deel ik niet.
Twee mogelijkheden doen zich voor:
a. De vijand, verwittigd van de komst van een colonne, heeft
stelling genomen in den Westrand der kampongs (zie schets),
b.v. ter sterkte van 200 man. Hij zit nu in benden, varieerend van
tot 20 man, verspreid in dien rand. Samenhang is er
niet. Door paggers en struiken zijn al die troepjes van elkaar
gescheiden. Een gedekt van uit de kampong bezuiden Kr. Lada
komende cavalerie stuit dus telkens op b.g. kleine bendetjes,
drijft deze op elkaar terug en rolt zoodoende de geheele bezetting
van den rand op. Blijkt de vijand al te taai te zijn, welnu dan
teruggetrokken achter de Kr. Lada en de colonne gewaarschuwd.
b. De vijand weet niet van de komst der colonne en zit nu,
ter sterkte van 200 man, misschien over 50 huizen en erven
verdeeld, die veelal zeer uit elkaar liggen en door heggen
en struikgewas van elkaar gescheiden zijn. Een plotseling
in zoo'n kampong vallende cavalerie behoeft ook hier van den
verrasten, zeer verspreid liggenden vijand, niet veel weerstand
te verwachten.
Zeker, als die Atjehers „Boeren" waren, dan zou dat schar
relen in de kampongs ons veel bloed kosten, maar bij een met