- 546 Eskadron en spreekt daarbij over den „officier", die als instruc teur bij de recruten aanwezig zou zijn. Dit vind ik wel wat kras, daar het slechts bij wijze van uit zondering is, dat er een officier bij de recruten aanwezig is. De omstandigheden dragen hiertoe wel gedeeltelijk bij, door dat de aankomst der jonge menschen bij het Regiment geheel' van het toeval afhankelijk is, ten minste wat de Europeanen- aangaat. Met de inlanders echter, die toch de helft van het regiment vormen, is dit anders. Deze komen tegenwoordig over van de Infanterie, naar gelang der behoefte en zooals tot nu toe het geval was in transporten van 50 tot 100. Niet te ontkennen is het, dat dit eene groote verbetering is,, daar nu niet het minste bezwaar bestaat om menschen, die bij de infanterie bruikbaar bleken te zijn, doch als cavalerist niet aan de verwachtingen voldeden, bij hun oude wapen terug te plaatsen. Dat bij deze africhting van inlanders alleen nut te verwach ten is van de rijkunstige opleiding door officierenbehoeft geen betoog. 18 laatste alinea zegt: Het onderricht aan niet-Europeesche militairen behoort in het Maleisch gegeven te worden. Zeer veel is er reeds gesproken over het feit of de Maleische- taal de kazerne taal moet zijn of niet en steeds is men afge stuit op het bezwaar, dat meer speciaal het Javaansch zoo moeielijk is. Ten volle ben ik ervan overtuigd, dat Javaansch, zooals bv. te gen de Sultans van Djokdja of Solo gesproken wordt, zeer moeielijk is. Dat echter het spreek-Javaansch, dus de omgangstaal met den dessa-man, zoo moeielijk is, wil er bij mij niet in. Tal van kennissen toch uit oude schooljaren, die naar Indië zijn gegaan „op een land", zien wij zich na een verblijf van. eenige maanden in hun geheel nieuwen werkkring in verstaan baar Javaansch tegen hunne ondergeschikte koelies en mandoers uitdrukken. En zouden wij dan die taal niet kunnen leeren, en die kennissen wel, die toch voor het grootste deel alleen „naar het land" gingen, omdat zij niet voldeden aan de examens, waar voor wij slaagden?

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 580