EEN STAP IN DE GOEDE RICHTING.
Reeds meermalen werd het denkbeeld geopperd, of het niet
mogelijk zou zijn in Indië eene vereeniging op te richten van
ongeveer dezelfde strekking als de „Vereeniging ter beoefening
van de Krijgswetenschap" in Nederland; doch, hoewel meerdere
officieren overtuigd waren van het nut, dat eene dergelijke ver
eeniging zou kunnen afwerpen, bleef de oprichting er van tot
dusverre achterwege. Waaraan dit moet worden toegeschreven
valt niet met zekerheid te zeggenveilig echter mag men aan
nemen, dat als de voornaamste oorzaak hiervan moet worden
aangemerkt de vrees, dat op den duur de belangstelling van de
zijde der Indische officieren onvoldoende zou blijken, om aan de
vereeniging, zoo zij tot stand mocht komen, een voldoende
mate van levensvatbaarheid te verzekeren.
Of die vrees inderdaad recht van bestaan had, zal de toekomst
moeten leeren. Afgaande op de resultaten, thans reeds verkre
gen, bestaat er evenwel alle aanleiding, om zich in dit opzicht
aan meer optimistische verwachtingen over te geven.
Daartoe uitgenoodigd door, en in overleg met den Luitenant-
Kolonel der Artillerie P. C. van der Willigen, werd door den
Redacteur van het Indisch Militair Tijdschrift, onder dagteeke-,
ning van den 7en April jl.aan tal van officieren, te Batavia en
Meester-Cornelis in garnizoen, eene circulaire gericht, waarin -
onder omschrijving van het doel, dat eene vereeniging, als waar
van hiervoren sprake was, zou moeten beoogen aan hen, die
geneigd mochten zijn het tot stand komen dier vereeniging te
bevorderen, het verzoek werd gericht daarvan door het stellen
van hunne handteekening te doen blijken, en voorts in overwe
ging werd gegeven zich onderling te verstaan omtrent al datgene,
wat verder noodig zou zijn, om tot de verwezenlijking van dat
denkbeeld te geraken. Die uitnoodiging had het gewenschte
gevolg; zij leidde tot eene bijeenkomst van officieren, den 29ea