555 Wij vernemen nog, dat zal worden voorgesteld aan de ver- eeniging den naam te geven van „Indische Krijgskundige Ver- eeniging" en dat de jaarlijksche contributie der gewone leden niet meer zal bedragen dan f 4, voor een luitenant en f 6, voor een kapitein; een bedrag dus, zóó laag gesteld, dat zeker niemand zich daardoor zal behoeven te laten terugschrikken, gehoor te geven aan de eerlang te verwachten uitnoodiging van het bestuur, om tot het lidmaatschap der vereeniging toe te treden. Met den inleider der bijeenkomst van den 29en April j.l. mag dan ook worden verwacht, dat de meerderheid van het Indische officierkorps het nut erkennende, dat eene vereeni ging als de thans opgerichte voor het Indische Leger zal kun nen opwerpen bereid zal worden bevonden, zich daarvoor deze geringe jaarlijksche bijdrage te getroosten. Besluiten wij deze mededeeling met een woord van dank aan hen, die ten deze het initiatief hebben genomen, en met onze beste wenschen uit te spreken voor den bloei eener vereeniging, welker streven vooral daarom onze volle sympathie heeft, omdat wij daarin eene uiting meenen te mogen zien van het besef, dat de Indische officier, hoewel in ruime mate in de gelegenheid zijnde, om practische ervaring op te doen, niettemin ook op theoretisch gebied op de hoogte van zijn tijd dient te blijven, wil hij in alle' opzichten kunnen beantwoorden aan de hooge eischen, welke de vervulling van zijne taak in moeilijke omstan digheden hem stelt. J-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 589