44
(31) en (32) toepassen en in de verkregen uitkomsten de waar
den der grensconstante substitueeren, gelijk die met behulp van
formule (27) kan worden gevonden. Het integreer en der vormen,
waartoe de vraagstukken leiden, kost dan meer moeite en tijd en,
vordert eenige meerdere oefening; maar en daar komt het slechts
op aan de bewerking is uitvoerbaar.
Hoe eenvoudig de behandelde vraagstukken ook geweest zijn,
toch waren zij zeer belangrijk te noemen, daar zij nauw verband
hielden, zoowel met de theorie, als met de praktijk van het in
schieten. En toch hoe eenvoudig ook deze vraagstukken
waren tot dusverre voor geene eigenlijke oplossing vatbaar, en
in strikt mathematischen zin zullen zij het nooit zijn. De op
lossing, gelijk wij die gegeven hebben, is alleen daardoor moge
lijk geworden, doordien wij de transcedente, niet-integrabele
functie y F (G, xdoor eene algebraïsche, integrabele bena
deringsfunctie hebben vervangen. Dit laatste is wederom alleen
daardoor mogelijk geworden, doordien wij niet de waarde van
G, maar eene transcedente functie daarvan, de grensconstante,
in de formulen hebben ingevoerd, die wij van wege de bestaande
tafels der 6 functie als bekend mogen aannemen. De vraag of
het mogelijk is de afgeleide benaderingsformulen door meer nauw
keurige te vervangen, valt natuurlijk moeielijk te beantwoorden
gemakkelijk zal het zeer zeker niet gaan, daar men in de eerste
plaats den eisch moet stellen, dat zij integrabel zijn. Tot het
wezen, tot het principe der theorie doet het echter niets ter zake
of men voor y F (G-, x) eene betere formule kan vindenzij
zal steeds eene benaderingstheorie moeten blijven.
{.Slot volgt). J. U. van Loon.
Kapitein der Artillerie.