47
heeft geschreven aan alle kandjeng toean. En de schout heeft
hem verteld, dat zij morgen samen, maar onverwacht, allebor-
deelen zullen gaan inspecteeren. Dat is toch eigenlijk wel wat
vreemd, zoo onverwacht; waar niemand anders dan hij en de
schout iets van weetneen, dat is vreemd, daar moet zeker iets
achter steken. Hij zal het van avond toch even en passant
tégen zijn soeadara Kerto zeggen, die mandoer is van zoo'n
inrichtingwant verleden week heeft hij gezien, dat op een dag,
waarop de soldaten hunne soldij hadden gekregen, Kerto zich
in een buitengewoon groot bezoek mocht verheugen, en dat
hij toen, bij gebrek aan menschenmaterieel, is gaan requireeren
in de kampong. Dat mocht nu wel niet, maar Kerto was een
soeadara van hem en had bovendien beloofd, hem bij den eerst-
volgenden selamatan te zullen inviteeren. En den volgenden
morgen was alles overal perfect in orde en kon het politiehoofd,
nadat hij van den schout rapport had ontvangen, zich niet
voorstellen, waarom juist in den laatsten tijd zooveel officieren
van gezondheid in tijdschriftartikels zaten te tamboeren op den
schandelijken toestand, waarin die inrichtingen verkeeren.
En zoo komt het dan ook, dat wij sedert de strenge missive
van den Directeur van Onderwijs, Eeredienst en Nijverheid in
het bestrijden van den kanker van ons Indisch leger nog geen
duimbreed zijn gevorderd, en zoo komt het, dat daar, waar
doeltreffende en krasse maatregelen op papier worden bevolen,
de practijk niet de geringste verbetering toont.
Onze kamponghoofden en hunne orang-gardoe zijn ook alpolitie-
menschen in hun gebied, of zelfs wel eens buiten hun gebiedwant
ik heb het van de arme stakkers zelf vernomen, die op een nacht,
dat het stortregende, telegraafdraden dik, in de open lucht voor mijn
huis de wacht hadden betrokken, dat zij woonden in een kam
pong 6 paal van de kota. Die menschen hadden den geheelen
dag hard gewerkt voor schamel loon en in stede van hunne ver
moeide leden te kunnen uitstrekken op de balé-balé, om krachten
te vergaren voor den zwaren dag van morgen, waren ze opgecom
mandeerd om na een marsch van 12 paal in de kota de gardoe
te betrekken, en de wedono, die blijkbaar geen speciale vriend
was van hun kamponghoofd, had hen ingedeeld voor het officiers
kampement, waar wel 10 gardoeposten waren, maar waar geen