49
gemaakt en heeft er zich met eigen oogen van overtuigd, dat
alles in zijne dessa marcheert volgens de parintah's. En alles
was in orde. Maar van nachtelijke wandelingen is hij een doods
vijand. In het holste van den nacht door zoo'n stikdonkere kam
pong te dwalen; o neen, dat doet hij liever nietniet, omdat hij
bang is in den donker; neen, volstrekt niet, waarvoor zou hij
bang zijn. Maar elk bestuurshoofd, al is zijn gebied ook nog zoo
klein, maakt zich in de politiek vijandenen je zoudt het nooit
kunnen weten, want Sariman en Setrowongso dragen hem sedert
die landrenteperkara nog altijd een kwaad hart toe; neen, je
zoudt het nooit kunnen weten en daarom blijft onze burgerva
der na achten maar liever thuisde gelegenheid maakt den dief
en waarom zich onnoodig in gevaar te begeven. De orang-gardoe
kennen al sedert jaren de gewoonten van hun kamponghoofd en
rustige rust heerscht des nachts in alle wachthuizen.
Dat is ook politie en dat alles te zamen is de inlandsche politie
in ons Indië. Politieoppassers en orang-gardoeEuropeaan, Chinees
of inlander, weest geruster wordt over u en uwe eigendommen
gewaakt. Geen sterveling durft iets kwaads in het schild voeren:
het scherpe, allesziende oog van den Indischen Hermandad waart
overal rond, geen schavuit acht zich veiligmet hoeveel krissen
of revolvers hij zich ook bewapent, manmoedig, den dood ver
achtende en getrouw aan haren heiligen plicht, zal de Indische
politie den booswicht onvermoeid op de hielen zitten, maar hem
nooit inrekenen.
Hoe ook assistent-wedono's, wedono's en regenten, in hunne
onderdistricten, districten en regentschappen nadrukkelijk belast
met alles, wat op de politie betrekking heeft, hoe zij ook hun
uiterste best doen om met slecht, onbruikbaar gereedschap nog
iets goeds te leveren, hunne ijverige pogingen lijden voortdurend
schipbreuk en nog altijd zijn, vooral in de binnenlanden kampak
en kedjoepartijen aan de orde van den dag.
Maar we bezitten in Indië ook Europeesche politiedienaren.
Schouten, onderschouten en politieopzieners, soms met een witte
jas, soms in een zwarte jas, soms met een lange, scherpe sabel
op zij (maar dan is er iets extra's aan de hand, een executie b.v.)
doch gewoonlijk met een geweldigen stok, dwalen op den voet
gevolgd door een gekleurden oppas bij voorkeur langs de hoofd-
Dl. I, 1902. 4