kp7 'J
-V
TERREINSCHETSEN OP HET GEHOOR EN DEN PAS.
Op een der posten onzer buitenbezittingen, waar de militaire
bezetting druk bezig was met het aanleggen van colonnewegen:
door zware boschterreinen, waarvan nog absoluut geene kaarten
bestaan, waren de officieren dikwijls genoodzaakt om terreinschet
sen van boschpaden op vrij groote schaal te maken ten einde-
de richting en daarna het tracé van zoo'n weg te kunnen bepalen.
Gesteld er moest een weg gemaakt worden van B naar B.
Door inlichtingen van de bevolking en gidsen, en door eene pa
trouille ter verkenning uitgezonden, is uitgemaakt, dat de weg
het beste terrein zal volgen, indien hij wordt aangelegd van Dr
over A en C naar B.
A \^B.
De wegaanlegger, hier een officier, moest nu van D uit eerst
bepalen de juiste richting van A, teneinde zijn tracé zooveel
mogelijk rechtuit te kunnen aanleggen.
Er is een bestaand voetpad, hetzij door menschen, hetzij oor
spronkelijk door wilde dieren olifanten gemaakt, dat b.v. loopt,
als door de stippellijn D E A is aangegeven.
-jp