60 Daar ter plaatse geene instrumenten ter opname vanhettei- rein aanwezig waren, maakte men, ter bepaling van de richting van A eene schets van het pad D E A. Dit pad evenwel, geheel door zwaar bosch loopende, zeer kronkelend en meestal met verder dan ongeveer 10 passen te overzien, leende zich al heel weinig tot de wijze van schetsen, zooals de velddienst aangeeft, nl. op het oog en den pas, daar de vele bochten het werk zeer ■onnauwkeurig en tijdroovend zouden maken. Daarom ging ik, voor 't geval geplaatst, eenigszins anders te werk en schetste het voetpad in op het gehoor en den pas. Met eene patrouille uitrukkende van D naar A langs het pad D E A, werd 200 pas vooruit eene spits gezonden (het terrein was niet geheel veilig), welke afstand werd afgepast door een Euro- peesch fuselier met een geregelden pas van 75 c.M., die bij de spits was ingedeeld. Op 200 pas van D gekomen, maakte de spits halt, en gat men het punt, tot waar was afgepast, op een boom aan door het afne men van een stuk van den schors, terwijl de Europeaan door een scherp geroep mij de richting van dit punt deed kennen, welke richting ik van uit D bepaalde op het kompas. Ik stelde n.l. de lijn van de letters N. Z. van het kompas in de richting, waaruit het geluid kwam en las het aantal graden afwijking van -de naald af, op de wijze dus zooals bij het opmeten met de boussole. Op c.M. papier zette ik vervolgens in deze richting 1 c.M. lengte woorloopig uit. Was het geroep onduidelijk, of wilde ik om andere redenen nog maals het geluid hooren, dan liet ik dit zoo dikwijls herhalen, als noodig was, door telkens één stoot op de tirailleurfluit, welk sig naal hiertoe was afgesproken. Was ik klaar, dan gaf ik 2 stooten op de fluit, hetgeen voor ,hem het teeken was om op nieuw 200 pas te gaan afpassen. Terwijl de spits de tweede 200 pas doorliep, doorliep ik de eeiste, ■controleerde de lengte van de pas, en beoordeelde uit het aantal ■en de grootte der gemaakte bochten, in hoeverre de afstand van 1 c.M. op de schets te groot was genomen. Bij den gemerkten boom gekomen, toekende ik hierop aan 200 pas, richtte het kompas opnieuw naar de plaats vanwaai ik nu tiet geroep hoorde, enz.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 76