61 Op deze wijze opnemende, kreeg ik een schets van het doorlooperr voetpad van 115000, die mij bleek voldoende te zijn voor het doel; immers toen ik later bij A gekomen de richting van D bepaalde,- volgens de gemaakte schets, en mij van A in die richting een weg kapte dwars door het bosch kwam ik vrij aardig bij D uit. Kwam ik door onmogelijk te vermijden onnauwkeurigheden b. v. in F uit, dan kon ik het punt F onmiddellijk op de schets bepalen door langs het padD E af te passen tot den dichtstbijzijnden gemerkten boom,, waar ik aflas het aantal passen, waarop deze van D verwijderd was.. Ik kon alsdan gemakkelijk het tracé verbeteren, hetzij geheel, hetzij met het oog op het terrein voor een deel b. v. van G af. Ik heb deze methode eenige keer en toegepast, en hoewel vooral in 't begin nog niet goed geoefend, steeds met voldoend succes; ook mijn collega's ter plaatse, pasten ze later herhaaldelijk toe, en erkenden, dat ze in dergelijke terreinen voor dergelijke doelen groo- te voordeelen opleverde door den weinigen tijd, die ze vorderde. Hoewel zeer eenvoudig en misschien reeds meermalen door ande ren toegepast, kwam het mij niet ongewenschtvoor, deze wijze van terreinschetsen onder dé aandacht mijner collega's te brengen. Bij eenige oefening kost het opnemen bijna geen tijd. Men kan eene marcheerende compagnie bijhouden, indien men niet daar aan gebonden is, en eenige speling heeft. Juist hierdoor zou men er geschikt gebruik van kunnen maken door in garnizoenen, omringd door dergelijke weinig verkende boschterreinen, aan een officier op te dragen een schets van den doorloopen weg te maken, wanneer de troep zich oefent in mili taire marschen, of bij verkenningsdienst enz. Hierdoor zou men althans van de wegen en voetpaden vrij uit gebreide schetskaarten kunnen verkrijgen, wat tot nog toe, zooals ik bemerkte, nog niet overal het geval is, en waarvan toch het nut, ja de noodzakelijkheid zal worden erkend, niet alleen voor- het geval van ernstige gebeurtenissen, maar ook tot het houden der meest alledaagsche oefeningen. Bovendien, het opnemen van paden, maakt, dat men er uitste kend op bekend wordt en werkt terreinkennis in 't algemeen in de hand, terwijl het bij oefeningen als marschen, een voor den luitenant niet onnoodige, zelfs aangename afwisseling geeft. J. v. D.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 77