70 van den vmrleider de verrichtingen genoemd onder de punten a, hr c, d en o; tot die van den schutter die onder de punten e, gr, h,kQnl - terwijl beiden in staat moeten zijn tot de verrichtingen genoemd onder punt m en n. Nog zij opgemerkt, dat het aanbeveling:: verdient de vuurleiders te doen bijstaan in hun taak, genoemd onder de punten a en c, door personen, welke voor die verrich tingen aanleg bezitten en daarom buitengewoon daarin geoefend dienen te worden. Het spreekt van zelf dat de vuurleiders bekend moeten zijn. met de verrichtingen van den schutter om daarin onderricht te- kunnen geven, en dat eveneens alle schutters geoefend moeten zijn in de verrichtingen genoemd onder de punten a en c voor zooverre dat noodig is in verband met hetgeen onder punt l van hen gevergd wordt. Alvorens eenige der genoemde onderdeelen van de schietop- leiding te behandelen, is het van belang de ontwikkeling van. het schietwezen in het kort na te gaan. Nu echter reeds zij opgemerkt, dat een rationeele schietop- leiding zeer zeker een belangrijke factor is tot oplossing van het vraagstuk „hoe de strijd ten eigen voordeele te doen eindigen" doch dat andere, vermoedelijk meer invloedrijke factoren gezocht moeten worden op tactisch op het juiste oogenblik, op de juiste plaats en in de juiste richting inzetten der krachten en niet minder op psychologisch gebied voorbereiden op verliezen, ge wennen aan vermoeienissen en gevaar, kweeken van een offen sieven geest. In den zevenjarigen oorlog stonden de vurende afdeelingen- in lange B a 4 gelederen diepe liniën tegenover elkander. Op 150 200 passen gaf men salvo's af, dikwijls bataljonssalvo's. Van gericht vuur was geen sprake, men rekende één treffer op de 500 projectielenhet streven was massa- en snelvuur. Toen de Fransche massalegers niet bestand bleken tegen deze stram gedrilde liniën, deed men door de beste schutters tirailleurs), zoo gedekt mogelijk in het terrein opgesteld, gericht vuur afgeven als voorbereiding tot den bajonetaanval van machtige colonnes-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 86