75
van het gevaar, hetzij door vermoeidheid, hetzij door beiden.
In verband met de appreciatie van het kunnenvan een zoo-
danigen troep hebben zich twee opleidingssystemen ontwikkeld,,
waarvan het eene gebaseerd is op de mogelijkheid, dat een troep,
in den strijd als regel in staat is de vizierlijn op het doel te
brengen, en het andere aanneemt, dat dit als regel niet mogelijk is.
Het resultaat van het geweervuur in het gevecht is, dat slechts
een zeer klein deel van de verschoten projectielen treffers zijn en
dat slechts een deel dezer treffers een gevolg is van gericht vuur.
Door vermoeidheid en overspanning komt de arm van den
schutter zoodanig in trilling, dat de schootshoek zelden de juiste
is en dat hij meestal te groot wordt.
Men ga eens na wat het gevolg is, wanneer een projectiel
den loop verlaat onder een schootshoek, die slechts 1° grooter
is dan die, welke met den afstand van het doel overeenkomt
En toch, als men zich de grootte van 1° voorstelt dan zal toege
geven moeten worden, dat een dergelijke afwijking zeer gering is.
Men vraagt zich af of in het gevecht niet veel grooter fouten
gemaakt zullen worden en beantwoordt dit toestemmend als men
nagaat onder welke omstandigheden slechts een gerichte treffer
verkregen kan worden.
Hiertoe is o. m. noodig,
l6. dat de schutter het doel zóó goed ziet, dat hij er op
richten kan;
2e. dat de afstand van het doel juist geschat en het vizier
overeenkomstig gesteld is;
3e. dat in verband met verlichting, temperatuur, windrichting
e. d. een richtpunt bepaald en het geweer daarop gericht
wordt.
Men stelle zich nu den schutter voor in het gevecht, zei
beschoten, trachtend een klein, zoo laag mogelijk doel te vormen,
tengevolge waarvan zelfs eenigszins hoog gras het doel aan zijn
blikken onttrekt, en onder den indruk van het gevaar, dat hij-
waarneemt doordat in zijn nabijheid kameraden buiten gevecht
worden gesteld. Zonder overdrijving mag men aannemen, dat
in vele gevallen van de bovengestelde eischen voor een gericht
schot slechts een enkele vervuld zal worden.