95 te rijden, is de pelotons-Ct. in staat zelf zijn afwijking te controleeren, en wat meer zegt, zijn fout te herstellen. De 3de alinea van 21 eischt, dat ook bij den frontmarsch, alle ruiters zich op het middenrot richten. Generaal von Schmidt, der grosze Exerzir-Meister, zooals hij in Duitschland genoemd werd, geeft omtrent het richten in bewe ging onder den hoofdstukstitel „Tempo ist Richtung, keine Augenrichterei" aan: „Eine jede Augenrichterei musz in der Bewegung vollstandig unterbleibendurch die gleichmaszige Tempi und durch lose Fühlung wird allein die Richtung gehalten, um keinen Preis durch die Augen. Wo die Richtung mit dem Tempo, also mit dem Gefühl ge halten, wo festes, gleichmasziges Tempo geritten wird, da sieht man nur Linien. Wo dies nicht der Fall ist und man sich mit den Augen richten will, da sieht man nur einzelne Reiter und ein ewiges Stutzen und Vorprellen, was die Pferde ruinirt und zu Grunde richtet." De aanbeveling „alle ruiters richten zich op het middenrot" behoort dan ook vervangen te worden door: „Bij den front marsch is de richting op den pelotons-Ct; ieder ruiter draagt zorg nauwkeurig in dezelfde strekking en in hetzelfde tempo te marcheeren als zijn pelotons-Ct." Door deze wijziging verkrijgt men tevens het groote voordeel, dat, als een pelotons-Ct. van de richting is afgedwaald, hij, bij het herstellen van zijn fout, tevens die van zijn peloton verbeterd heeft. Bij het principe „richting op het middenrot" is dit niet het geval en tracht het middenrot door gedrang achter zijn pelo tons-Ct. te blijven. Indien dit middenrot hierin eindelijk geslaagd is (na de noodige onrust in het peloton veroorzaakt te hebben) en de pelotons-Ct. wil nu zijn fout herstellen, dan herhaalt zich dezelfde misère nog eens. Ten slotte wordt het niet genoeg te waardeeren voordeel verkregen, dat ieder ruiter zijn aandacht gevestigd heeft op den pelotons-Ct., waardoor een leiden van het peloton in den waren zin des woords door een kleine handbeweging, een kort woord enz. verkregen wordt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 115