96 25 zegt, nog steeds over den frontmarsch en het halt hou den sprekende „Zoodra de voorgeschreven bewegingen in stap nauwkeurig genoeg worden uitgevoerd, herhaalt men die in draf en galop, wisselt dikwerf den eenen gang met den anderen af, en oefent daarna het peloton om van de plaats den draf of den galop aan te nemen, en uit deze gangen halt te houden". Wanneer men eerst tot den frontmarsch in draf mocht over gaan, als deze, zooals 25 het aangeeft, „nauwkeurig genoeg in stap wordt uitgevoerd", dan zag het er treurig uit. Iedereen weet wat stalmoed is en dat, alvorens eenheid van van tempo en beweging geeischt mag worden, het paard zijn stalmoed door een liefst eenigszins levendigen draf wat moet gekoeld hebben. Eerst dus de paarden in rust eens behoorlijk gedurende 10 minuten laten draven, dan stappen en dan eerst kan de stap behoorlijk zijn, zonder trippelen, terug blijven, voortdringen enz. Tevens heeft men in dien draf gelegenheid gekregen de paar den met lage neus tegen de teugels aan te drijven, en in de houding te brengen. Over de aanbeveling „het peloton te oefenen om van de plaats den draf of den galop aan te nemen en uit deze gangen halt te houden" kunnen wij alleen zeggen, dat dit de bij uitstek ware middelen zijn om onrustige en vertrokken paarden te krijgen. 25 vindt in zijn geheel in de practijk dan ook nim mer toepassing. 26 aangevende het C°: Peloton voorwaarts in draf [galop] marsch, behoort te vervallen. Na de reeks bemerkingen op de principieele fouten, die onze reglementen bevatten, doet het goed eens op 27 als een licht punt te kunnen wijzen. Deze geeft aan: „de oefeningen inden frontmarsch ook met geopende gelederen, dat is dus met 5 X afstand te doen her halen, zijnde hiervan het doel om de ruiters uit het 2de gelid zelfstandig te leeren marcheeren." Door op 5 X te laten rijden is de ruiter van het 2de gelid gedwongen zijn paard te rijden en is boemelen" onmogelijk.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 116