- 100 In het algemeen moet opgemerkt worden, dat de taak aan de éclaireurs gesteld, een zeer omvattende is: n.l. terrein verken ning, beoordeeling van het terrein, waarnemen van 's vijands aandacht en last not least het beletten van al die handelingen door de tegenpartij. Dit alles zal moeten geschieden door 2 éclaireurs, zegge twee. Daar toch nog, zooals 72 zegt, het peloton zich zoo noodig op de flanken door gevechtspatrouilles beveiligt sterk 1 onder officier en 2 man, zien wij dus dat van het ten aanval rijdende peloton afgaan: twee wachtmeesters 4 ruiters, zoodat over blijven 22 6 16 ruiters. Hierbij dient er de aandacht op ge vestigd te worden, dat nu geen onderofficieren in 't peloton meer beschikbaar zijn, terwijl de 4 beste ruiters van het peloton ook uitgesloten zijn van den aanval. Het peloton wordt dus zeer gedund op 't oogenblik, dat iedere sabel er één is. Afgescheiden van dit alles kan ik mij den gedachtengang van de samenstellers van het Indische reglement niet voorstellen. Eerstens komt het mij voor, dat bij den bewegingsoorlog, en het begrip „cavalerie" sluit nu eenmaal beweging onafscheidelijk in zich, van een gevechtsveld eerst kan gesproken worden na en niet voor een gevecht. Waar bij onze zeer zwakke cavalerie sprake is van een gevecht, zal dit zich bijna uitsluitend kunnen voordoen bij een verrassend optreden onzerzijds, b. v. wanneer zich gedurende of na een verkenning de gelegenheid daartoe aanbiedt. Van een verkenning van het gevechtsveld is dan geen sprake, daar het uitzenden van éclaireurs het begrip „verrassing" onmo gelijk maakt. De hoofdzaak is dan met élan den vijand op het lijf te vallen op het oogenblik, dat hij zich in een minder gunstigen toestand bevindt. Het Indische reglement houdt nu geen rekening met den zeer zeker specifiek Indischen toestand, dat we voor de verdediging op Java, slechts kunnen beschikken over drie zeer zwakke eska drons, bereden met een meer dan ongelukkig paardje en voor de helft bestaande uit inlanders, voor den cavaleriedienst ten eenenmale onbruikbaar. J

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 120