101 Verder met het feit, dat wij aan deze ruiterij den naam van „cavalerie" in haar veelomvattende beteekenis niet geven mogen, omdat aan haar als gevechtswagen geene eischen mogen gesteld worden tegenover welken buitenlandschen tegenstander ook, al was het alleen maar wegens de onmogelijkheid van paarden- aanvulling. Een zeer omzichtige verkenning is het eenige, wat van haar gevergd zal kunnen worden, en zal hierbij al misschien wel eens op verraste troepen gechargeerd kunnen worden, het begrip verrassing is een conditio sine qua non. Het begrip Schlachten-Reiterei hoort dan ook niet in de In dische cavalerie-dictionnaire thuis. Het verkennende peloton zal men zich nu kunnen denken in twee toestanden. I. In voeling met den vijand. II. Nog niet in voeling met den vijand. I. Is het peloton nog niet in voeling, dan zal het veelal met een spits marcheeren, die geen andere opdracht heeft, dan te zorgen, dat de marsch niet vertraagd wordt door terreinhindernissen. Bij deze spits bevindt zich de pelotons-Ct.die zijne afdeeling gedekt en zoo vlug als de omstandigheden het vorderen door het terrein leidt, zelf hierbij de overgangen door ravijnen, kalies enz. uitzoekende. II. Het peloton is in voeling met den vijand. Onverschillig tegen welke soort vijand optredende moet hierbij de leus van iedere cavalerie zijn: zien zonder gezien te worden. Niet gezien worden nu is alleen mogelijk in bedekt terrein. De aangewezen plaats voor verkennende cavalerie is dus bedekt terrein, hierbij telkens uitzicht zoekend op aangrenzende open terreinen. Bovendien is het zich bewegen in het bedekt terrein reeds daarom geboden, omdat in verband met de dracht en het bestrijkende schot van het tegenwoordige vuurwapen, iedere tegenpartij ook het bedekt terrein voor zijne opmarschen zal moeten kiezen. Het peloton marcheert dan, voorafgegaan door een spits, sprongs gewijze voorwaarts, de pelotons-Ct. bij die spits. Daar de Ct. steeds „sichert", vóór hij zich naar een andere gezichtsdek king verplaatst, is hij de éelaireur van het peloton, en wordt

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 121