Ill 87 stelt het als eisch, dat bij het gevecht te voet tegen over den inlandschen vijand de ruiters na het afstijgen onmid dellijk de sabel trekken, en de rechtervuist door de handlis steken, waarna men de sabel laat afhangen. Hoe dan al die mooie bewegingen van laden op C° enz., moe ten geschieden, daaraan heeft het reglement niet gedacht. Daar de oorlog tegen den inlandschen vijand regel, tegen den B. V. uitzondering zal zijn, had het reglement op de ruiterschool te voet toch wel een apart hoofdstuk moeten geven, luidende: „Laden van het geweer tegenover den inlandschen vijand"! Dit hoofdstuk mankeert evenwel. Ontbrak 87 maar! Deze is toch het uitvloeisel van een dergelijke opvatting als die, waarbij de Engelsche cavalerie van haar blank wapen werd beroofd. Beschouwen we verder de wijze, waarop de aanval te voet wordt uitgevoerd door de 9 ruiters, n. 1. door zich sprongsgewijze te verplaatsen, onder het vuur der achterblijvende groep. Pop en Hoogeboom zeggen wel (uitgave 1893) blz. 125Dit sprongsgewijze voorwaarts gaan kan niet worden aangemerkt als een middel om door wederzijdsche ondersteuning met vuur terrein te winnen. Somtijds toch stelt men zich voor, alsof dit alleen mogelijk is, als de afdeelingen, die tijdelijk de beweging staken, hun vuur op dat gedeelte van het vijandelijk front con- centreeren, hetwelk de inmiddels voorwaarts snellende afdee lingen bestrijdt, dus door schuin vuur, zonder te bedenken, dat die vuur reeds na enkele passen door die oprukkende afdeeling zelve wordt gemaskeerd enz. Maar we weten nu eenmaal, tactiek in Indië is iets geheel anders dan in Europa! Indische toestanden, ziet ge, ze kunnen die niet beoordeelen in Europa! Waar 98 (zeer terecht) zegt: „De onderwijzer leert den tirailleurs op welke wijze van terreinvoorwerpen gebruik te maken en welke houding daarbij moet worden aangenomen. Deze houdingen kunnen afwijken van de reglementair vasgestelde." Welk nut hebben dan die reglementair vastgestelde houdin gen, vraag ik mij af. Iedereen kan knielen en liggen zonder het „geleerd" te hebben!

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 131