130
Aantal
schoten
dei-
groep.
Waarden van r
uitgedrukt in S50
berekend volgens
Formule
(20)
2
4
6
8
10
12
14
16
18
20
0,4443
0,3138
0,2561
0,2217
0,1983
0,1809
0,1676
0,1567
0,1477
0,1400
Formule
(64)
woorden, en slechts zeer wei
nig bij strikt mathematische
formulen ten achter staan.
Heeft men met eene zekere
opzethoogte een schot, en
met eene andere, die een wil
lekeurig bedrag in 't meerdere
daarvan verschilt, een
schot gekregen, dan wordt, als
men ten minste geene reden
heeft a priori aan een van
beide opzethoogten de voor
keur te geven, door het ver
kregen resultaat het gemiddel
de dezer twee als de waar
schijnlijkste opzethoogte aan
gewezen. Ten aanzien van deze
opzethoogte gelden geheel dezelfde beschouwingen als die, wel
ke ons ten aanzien van een door meting of schatting bepaalde
tot de afleiding van formule (52) hebben geleid. In zoodanig
geval is dus ook de kans h priori, dat een schot met de
gebezigde opzethoogte de waarschijnlijkheid x zal hebben ge
lijk aan:
(1 -ccf
0,3148
0,2568
0,2223
0,1987
0,1813
0,1678
0,1569
1,1479
0,1403
Wx:
dx.
B ~r l-i a I)
en deze betrekking blijft bestaan, als met de gehalveerde opzet
hoogte een treffer is verkregen, waarvan men het of niet
heeft kunnen waarnemen.
Veronderstellen wij thans, dat met laatstbedoelde opzethoogte
het eerst gevuurd is, en daarna met de beide andere, terwijl de
resultaten volkomen dezelfde zijn. Laat ons aannemen, dat als
de kans van een schot met de gehalveerde opzethoogte
gelijk x is, die kans met de grootste opzethoogte gelijk is aan
f (x), dan is de kans van een schot met de kleinste opzet
hoogte gelijk aan f (1 x) en heeft men
f(x)f{l —x)
■f1 f(x) fO- x) dx
dx.