fx 149 Stellen we eindelijk W OO, nemen we m.a w. aan, dat het zeker is, dat het gemiddelde trefpunt in het doel ligt, dan moet natuurlijk W zijn, en de formule wijst dit dan ook uit. Daar q blijkens de tabel altijd kleiner is dan 1, is het ook altijd onwaarschijnlijk, dat de groep zal kunnen worden afgeschoten, tenzij de waarde van p in formule (66) zoo groot is, datp-f q grooter is dan de eenheid. TI. Kan het voorschrift om na het afbreken der groep tot k ofg over te gaandoelmatig worden geacht? Om deze vraag te beantwoorden, dienen wij de correctie te bepalen, die in het bedoelde geval moet worden aangebracht. Daartoe berekenen we de kans, dat het 4e schot zal vallen, als de 3 voorgaande alle gevallen zijn. Is dit geschied, dan hebben wij X J -V 7 x) 1 v 7 W, -dx x~?-<-3(1x)~ 1 i dx De kans, dat het 4e schot zal vallen, is bijgevolg: /x~1 i 4(l x)~1 idx r (g -t- 4)r (g) r 2q 4) W i r (ff 4~ 3) r (q) 2q -f- 3 x~ 1 i 3 (1 x)~1 q dx r "t" 3) Hieronder volgt een tabelletje, waarin de waarden van -D- 'benevens de oorrespondeerende correctiën voor verschillende grenzen, zijn opgegeven. Daar het overgaan van 4 (g k) tot k of g gelijk staat met het aanbrengen van eene correctie gelijk aan de helft der grens, zoo blijkt uit dezen staat, dat de correctie bij kleine grenzen te klein en bij groote te groot is, en dat het voorschrift alleen •doelmatig kan worden geacht bij grenzen van 1,25 tot 1,75 Sso- Cl Q j 3 C[ -f-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 169