155 sen door bedreiging van hun hoofdstad meer handelbaar te maken.- Op dit kort overzicht van het verloop van den geheelen strijd moge thans de beschrijving van de Japansche landingsoperaties volgen. Gedurende den Chineesch- Japanschen oorlog kwamen van Ja pansche zijde, naast tallooze kleine locale transporten, zes groote transporten voor. Deze zes transporten omvatten het lste Japansche leger, dat de operaties tegen Korea tot een einde bracht en daarna in Mandsjoereie drong, vervolgens het 2de Japansche leger, dat in drwee echelons vervoerd werd en eindelijk een versterking voor beide legers, welke in één transport naar China overgebracht werd. Het transport van het lste leger had in drie echelons plaats, n.l. 1. Het den 16den Juni 1894 te Chemulpho aan land gezette eerste échelon sterk 4.218 man en 248 paarden benevens voor l'/jj maand levensmiddelen. 2. Het einde Juli aldaar aan land gezette tweede echelon, sterk 18.552 man benevens 1.006 paarden en proviand voor 21 /2 maand. Een klein gedeelte van dit echelon landde bij ■Gensan. 3. Eindelijk het derde echelon van 28.646 man met 6.329 paar den en levensmiddelen voor 2\ maand, dat den 14den September bij Chemulpho aan land gezet werd. Dit was het eenigste transport, dat door de Japansche oor logsvloot van Japan naar China begeleid werd. Het transport van het 2de leger volgde in twee echelons n.l. 1. Het in de dagen van 24 tot 29 October bij Tsang-kao-li aan land gezette transport van 39.657 man en 5.120 paarden met proviand voor 2j maand, dat Port-Arthur moest nemen, en 2. de in de dagen van 20 tot 25 Januari 1895 bij het Voor gebergte van Shantung gelande troepen, sterk 41.547 man en 5.745 paarden met eveneens voor 2\ maand levensmiddelen bij :zich, welke bestemd waren voor het innemen van Wei-ha-wei. De op den 12den Maart 1895 in de baai van Ta-lien-hwan aan land gezette versterking voor het l8te en 2de Japansche leger bedroeg 43.031 man en 8.156 paarden met levensmiddelen voor 'l/2 maand.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 175