156
Daar de sterkte van het Japansche leger bij het uitbreken.-
van den oorlog 270.000 man bedroeg, werd 2/3 van de totaal
sterkte naar China overgevoerd.
De transportmiddelen der Japanneezen.
Bij het uitbreken van den oorlog beschikten de Japanneezen
over geen tot de oorlogsmarine behoorende transportstoomers
en bleef het Oorlogsdepartement, geleid door den zeer juisten.
stelregel om slechts nationale schepen voor het tranport van
troepen te bezigen, uitsluitend beperkt tot de Japansche han
delsvloot.
Deze vloot bezat toen 56 stoomschepen, metende te zamen
60.473 registertonnen.
(Een registerton 2,83 M8. Bij bovenstaande inhoudsopgave
zijn reeds in mindering gebracht de voor machinerieën en de
overige voor het uitoefenen van het scheepsbedrijf noodige
ruimten.)
Aan het gebruiken van stoomschepen van neutrale staten,
voor landingsoperaties zijn steeds groote financiëele offers ver
bonden, terwijl het menigmaal tot quaesties van maritiem recht
kan leiden, welke tot politieke verwikkelingen aanleiding kun
nen geven.
Om tegemoet te komen aan het gebrek aan transportstoomers
werd bij het begin van den oorlog aan de Japansche Stoom
vaart-Maatschappijen volmacht gegeven om geschikte stoom
schepen op te koopen en werd alzoo door aankoop het aantal
stoomers verhoogd tot 102, metende te zamen 187,988 register
tonnen. Dientengevolge werden 46 stoomschepen aangekocht,
die, gelijk uit de gezamenlijke tonneninhoud blijkt, belangrijk
grooter waren dan de aanwezige 56.
Voor transport van troepen werden bij het begin der opera
ties slechts stoomers van meer dan 1000 registertonnen geschikt
verklaard, later echter ook kleinere stoomers gebezigd.
Zeilschepen werden bij deze transporten niet gebruikt, zelfs
niet op sleeptouw genomen door stoombooten, omdac zeer juist
ingezien werd, dat bij dergelijke operaties het welslagen slechts