173 kao-li plaats, hoewel de gesteldheid van de kust aldaar zoo ongunstig was, ais men zich slechts kan voorstellen. De weersgesteldheid begunstigde daarentegen de onderneming in hooge mate, iets wat in dit jaargetijde, einde October, ook te verwachten was. Tengevolge van het vlak uitloopende strand was de transport- vloot gedwongen op 4 tot 6 zeemijlen, 71 /2 tot 11 K.M., van de kust te ankeren. Voor het begin van de landing bezetten de landingsdetache menten van de aanwezige Japansche oorlogsschepen de landings plaats, alwaar zich geen Chineesche troepen bevonden. Het belangrijke niveau-v< rschil tusschen eb en vloed, over de 4 M., maakte het noodig, dat het bij eb ontscheepte materiaal nog mijlen ver over den moerasbodem landwaarts vervoerd werd, opdat het voor het invallen van den vloed in veiligheid zou zijn gebracht. Niettegenstaande deze moeilijke omstandigheden waren troepen en treinen (bijna uitsluitend koelies) in den tijd van 2429 October 1894 aan wal gebracht. Voor het aan wal brengen van de paarden waren 12 dagen noodig 1). Aan wal werden gerequireerde jonken dwars op de kust ver ankerd en van landingsbruggen voorzien, waaraan de met paarden beladen sampans konden aanleggen. Deze landingsbruggen kon den echter slechts bij vloed, bijgevolg slechts gedurende weinige uren van den dag, gebruikt worden. Troepen en proviand werden, in sampans, door de stoombar- kassen zoover mogelijk naar de kust gesleept. De troepen moesten den vooral bij vloed zeer grooten afstand tot den oever wadende afleggen; de proviand moest door koelies aan wal gedragen worden. Na het oprukken van de Japansche troepen tegen Port Arthur had de aanvoer van proviand en munitie eerst naar Petsewo plaats, hetwelk nagenoeg dezelfde ongunstige kust- gesteldheid bezat als Tsung-kao-li en eerst na de inneming van 1) Noot v/d vertaler. Dus gemiddeld 8000 man en 600 koelies benevens 430 paarden per dag bij een landingsoperatie, die goed uitgerust was en geen tegenstand van den vijand ondervond. Over het algemeen geloof ik, dat men zich hier in Indië het aan wal brengen van een vijandelijk landingsleger als een te eenvoudige zaak voorstelt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 193