175 met voettroepen beladen sampans naar land, terwijl de booten bestemd voor de ontscheping van paarden en materialen naar wal geroeid werden. Niettegenstaande den heerschenden sneeuwval werd hetgeheele transport in de dagen van 20 tot 25 Januari aan wal gebracht; ge lijktijdig werd echter nog slechts proviand voor 20 dagen ontscheept. Om 2 uur n.m. van den eersten ontschepingsdag marcheerds reeds een bataljon naar Young-ching en bezette deze stad reede op den avond van denzelfden dag. Voor den trein werden grootendeels slechts kleine tweeradi- ge karren gebezigd, die door koelies getrokken werden. De orde, waarin de geheele ontscheping plaats vond, moet, niet tegenstaande het ongunstige weder, bijzonder voorbeeldig geweest zijn. Voornamelijk kwam het zeer te pas, dat de koelies van te voren gedrild warenzij voerden alle bewegingen op commando hunner inspecteurs uit, waardoor iedere stremming op de verschil lende landingsplaatsen vermeden werd. De laatste, naar het aantal troepen ook de voornaamste, lan ding der Japanners, vond plaats in de reeds in het bezit der Ja panners zich bevindende Ta-lien-hwan-baai, bijgevolg onder om standigheden, die geen bijzondere belangstelling wekken. Dit transport omvatte 43031 man, 8156 paarden benevens pro viand voor l1/2 maand en was over 74 stoomers verdeeld. Ter beschikking van deze imposante transportvloot stonden voor de ontscheping 25 stoombarkassen en 625 sampans. Nadat Port Arthur in deze dagen (op 1.2 Maart 1895) ook nog in handen der Japanners gevallen was, had de ontscheping plaats onder omstandigheden, die geenerlei moeilijkheden medebrachten. Uit de landingen der Japanners valt af te leiden, dat iedere landing onder bereik van den vijand steeds zorgvuldig vermeden moet worden en dat de Japanners dan ook zelfs tijd offerden om geen landing onder vijandelijk vuur te behoeven verrichten. De niet tot beveiliging van het landingspunt gebezigde Ja- pansche oorlogschepen, onderhielden den veiligheidsdienst op zee en waren steeds ijverig bezig om de zich eerst in Port Arthur en later in Wei-ha-wei bevindende overblijfselen van ■de Chineesche vloot scherp in het oog te houden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 195