5 ven we, dat ook in die richting toch nog veel te veranderen en te verbeteren zou zijn 0111 te geraken tot eene goede vredes- verhouding tusschen het aantal Europeesche korporaals en onder officieren, die waarborgen oplevert voor eene voortdurende en geleidelijke aanvulling in alle graden. Nu we toch eenmaal ons met de kaderkwestie bezighouden, moet mij nog iets van het hart. Aan het begin van dit opstel hebben wij ons het B. V. spook voor oogen gesteld en dat monster heft niet alleen waarschu wend den vinger omhoog om te zorgen, dat bij eene eventueele mobilisatie alle rangen en graden naar behooren worden vervuld, maar het eischt ook van ons, dat wij nu reeds maatregelen treffen voor de vorming van eene goede kaderreserve in eigen boezem, in het leger zelf, en dat we ons niet vastklampen aan halfversleten oudgedienden, die in Indië zijn blijven hangen, dikwijls om voor hen niet altijd even prijzenswaardige redenen. Van dien maatregel kan ik dan ook niet het minste heil ver wachten; 't is een stroohalmpje; men voelt, dat het plicht is, in die richting maatregelen te nemen en men sust het geweten in slaap, door zich wijs te maken, dat men althans iets heeft gedaan, en toch weer eigenlijk niets. Beter zou het zijn, ook bij het indische leger voor het kader de titulaire graden in te voeren, zooals die in het moederland reeds jaren bestaan, doch daar alleen in de graden van sergeant en korporaal. In Indië, waar onder de sergeanten-majoor en de adju danten-onderofficier 'verhoudingsgewijze evenveel mutatiën voor komen als onder de sergeanten en korporaals, moet de titulaire graad in alle graden worden verleend, ook wat betreft het niet-Eu- ropeesche element. Men stelle de kaderscholen open voor ieder, die, fuselier zijnde of een effectieven graad bekleedende, voldaan heeft aan de eischen voor toelating. Na het bevorderings-examen worden allen gepromoveerd, tot een effectieven graad als er plaats is, tot een titulair en als er geene vacatures zijn. Bin nen betrekkelijk zeer korten tijd zou men bij alle compagnieën over een volledig en compleet stel reservekader kunnen beschik ken, dat in vredestijd in allen deele voorbereid kan worden voor den werkkring, dien het in tijd van oorlog zeer spoedig in wer- kelijken graad zal moeten vervullen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 21