201 vorm, om ons andermaai te bestokendan treedt in de toestand van punt 621, eerste zinsnede, aan de zijde des vijands, niet ge paard evenwel aan het verrassend en krachtig initiatief onzerzijds, dat eene dergelijke poging al dadelijk in de kiem verstikt. Im mers, waar eene geheele compagnie dermate allen offensieven geest mist, dat zij zich in het defensief laat terugdringen en al hare onderdeelen angstvallig bij elkander houdt, om toch vooral naar alle zijden vuur te kunnen brengen, daar is het niet aan te nemen, dat in een later tijdsgewricht, nadat alles gedaan is, om den troep te demoraliseeren, onderdeelen zullen, dan wel kunnen worden afgezonderd om op te treden als in de tweede en vol gende zinsneden van punt 621 bedoeld. Hoe eerder het in geen enkel opzicht noodige, onbeholpene, ook als defensieve vorm, zeer zwakke carré met deszelfs jongeren, doch bij de geboorte reeds afgeleefden broeder, de tegelijk vóór- en achterwaarts vurende frontcolonne, uit het reglement ver dwijnt, hoe beter het is. „De l'audace, encore de l'audace, tou. jours de l'audace," hield Napoleon zijnen maarschalken voor en dit moet ook ten allen tijde het devies zijn zelfs van den laagst geplaatsten aanvoerder in het Indische leger, terwijl als straf schuldig moest worden aangemerkt hij, die, instede van zelf aan te vallen, zich door het initiatief van een zooveel lager staan- den vijand tot het defensief laat noodzaken. Doch juist daar om, waar de voorbeelden voor het grijpen liggen, die aantoonen, hoe tegenover een inlandschen vijand in het open veld, door het krachtig offensief, zelfs van een handvol dapperen groote uitkomsten werden verkregen, mogen in een tactisch voorschrift niet voorkomen vormen als bovengenoemde, welke, ten koste van het succes, den wankelmoedige steun verschaffen en den offensieven geest ondermijnen. Nog eene enkele opmerking, naar aanleiding van punt 645, dat naast goede denkbeelden ook enkele minder juiste bevat en dat wij daarom zouden wenschen te lezen als volgt: „Tegen nach telijke verrassende aanvallen is de beste beveiliging een uiterst „actief optreden, zoowel des daags, als des nachts. Bovendien „is het de plicht van eiken bevelhebber de legerplaats zijner „troepen (bivak) ten allen tijde door een voldoend sterke hinder nis te omringen, welke door enkele daarachter opgestelde pos-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 221