- 211 of, en in welk opzicht, ge in uwe militaire loopbaan zijt voor- (of achteruit?) gegaan en wat van een of ander de oor zaak was? of ge er van doordrongen zijt, dat verschil in rang wèl "on derscheiden, maar niet scheiden mag? enz. enz. Wie heeft te oordeelen of te beslissen over bevordering, moge nog bedenken, dat, wat in ons is (ontwikkeling van hart en verstand), en niet wat ons in de gedaante van een distinctief van buiten is aangebracht, toch, ondanks alles, zal blijven be palen wie in waarheid meerdere is en dat men dus om gehoor zamen niet noodeloos moeielijk te maken op die innerlijke ont wikkeling heeft te letten, welke ten slotte de maat voor alle ware eerbied is. Malang den 20en Juli 1902. J. F. den Ouden. 1' Luit'".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 231