232
aan hetgeen in de laatste 'jaren op het gebied van de techniek
der pantserprojectielen is geschied.
Bij de Ned. Marine ging men niet lang geleden er toe over
om de stalen pantsergranaten niet meer te vullen met buskruit,
maar met zand en zaagselniet bij wijze van tijdelijken of over
gangsmaatregel, zooals de heer Keus veronderstelt (blz. 494), maar
om de eenvoudige reden, dat de ondervinding heeft geleerd, dat
de kleine springlading toch niet in staat is om de granaat te
doen springen. Dit feit is van algemeene bekendheid en in vele
leerboeken ook in den bij het onderwijs op het Kon. Instituut
v/d Marine te Willemsoord gebruikten leercursus vermeld.
De holte in de stalen pantsergranaat is dan ook eigenlijk niet
gemaakt voor het aanbrengen van eene springladingzij is een
onvermijdelijk gevolg van de wijze van constructie dezer projec
tielsoort. Met het invoeren van den hier bedoelden maatregel
deed de Marine dan ook niets anders dan het voorbeeld volgen
van de artillerie der Landmacht in Nederland en die van de meeste
vreemde natiën, waar de stalen pantsergranaten reeds sedert
vele jaren niet van springlading worden voorzien.
De behoefte aan een pantserdoorborend projectiel met vol
doende springwerking leidde eenige jaren geleden niet alleen „bij
enkele vreemde natiën", zooals de heer Keus op blz. 494 zegt,,
maar ook bij de Ned. Marine tot de invoering van de z.g. half-
pantsergranaat met bodemschokbuis, een stalen projectiel, dat
zich van de stalen pantsergranaat onderscheidt door geringere
wanddikte en dus een grootere springlading kan bevatten. Voor
de doorboring van zware pantsers werd gelijktijdig met de vorige
projectielsoort een stalen puntkogel met kap ingevoerdook dit
projectiel heeft, ten gevolge van de wijze van constructie, eene
inwendige holte, welke noch springlading, noch eenige andere
opvulling bevat en eenvoudig met een stop gesloten is.
Wanneer de heer Keus van dit alles niet onkundig gebleven
is, ware het toch wel de moeite waard geweest een en ander
althans met een enkel woord te vermelden. Dat bij het kleinere
snelvuurgeschut van de Marine de ringgranaten zijn afgeschaft
en, naarmate de bestaande voorraad bij de schietoefeningen wordt
opgebruikt, vervangen worden door gewone gietijzeren granaten,
kon de heer Keus bij het schrijven van zijn stuk vermoedelijk