NAAR AANLEIDING TAN „HET PRACTISCH GEBRUIK EN
HET NUT TAN HET GESCHUT DER KON. NED. MA
RINE;" DOOR D. E. KEUS, LUIT. TER ZEE
2de KLASSE.
Met veel belangstelling hebben wij kennis genomen van
het eerste deel van bovengenoemd artikel, voorkomende in de
4e aflevering van het Indisch Militair Tijdschrift jaargang 1902.
Tot ons leedwezen moeten we echter verklaren, dat de lezing
ons zeer teleurgesteld en zelfs geërgerd heeft, en wel dermate,
dat wij er onmogelijk het zwijgen toe kunnen doen. De schrijver
toch geeft aanhoudend blijk weinig of geen begrip te hebben
van zijn onderwerp, en zich op een terrein te hebben begeven,
waarop hij geheel vreemd is. Doorloopend toont hij volkomen
onbekend te zijn met de grondbegrippen der theorie, die het
uitgangspunt zijner studie had moeten vormen. Daarbij komt
nog, dat de oplossing van het vraagstuk, waarop hij vruchteloos
zijne krachten beproeft, reeds sedert eenige jaren gegeven is,
en zelfs in de gewone leerboeken wordt vermeld. 1)
Het doet ons werkelijk leed een zoo hard oordeel over de
pennevrucht van den Heer Keus te moeten uitspreken; zijn
arbeid toch getuigt van ijver en belangstelling, en het moet
betreurd worden, dat al de moeite, die er aan ten koste gelegd
is, niet het minste nut heeft gehad. Gaarne zouden we het opstel
onbesproken laten, want het is eene hoogst onaangename taak
de illusiën te moeten vernietigen van een schrijver, die in gemoede
gelooft een nuttigen en verdienstelijken arbeid te hebben ver
richt. Toch mag het onaangename, dat in die taak gelegen is,
geen reden zijn ons daaraan te onttrekken, waar het vaststaat,
1) Zie o. a. Handleiding1 tot de kennis der Artillerie voor de cadetten van dat wapen.
Afdeeling Tactiek Hoofdstuk I. Het schieten. Uitgave 1900, bladz. 265 308.