251
laten omwisselen met het bij den trein ingedeelde inlandsch
personeel. Wij bedoelen die inlanders, die men als inlandsche
kanonniers bij den trein indeelt, dus niet als geleiders. Hun
werk is niet anders dan om bij moeilijke terreingedeelten
de behulpzame hand te bieden, om zoo noodig munitie over te
pakken enz., zaken, die even goed verricht kunnen worden door
militaire koelies.
Neemt men deze maatregelen, dan wordt ook de taak der
Europeesche kanonniers aanmerkelijk verlicht, en wel in die
mate, dat wij gelooven, dat men de bediening van een stuk zou
kunnen laten bestaan uit 1 stukscommandant en 5 kanonniers,
terwijl de taak van deze kleinere bediening dan nog beduidend
lichter zou zijn dan die van de tegenwoordige uit 1 stukscom
mandant en 7 kanonniers bestaande bediening. Waar nu toch
8 man zijn om, zoo noodig, gevallen muildieren op te richten of
stukken van 290 K.G. over of door de terreinmoeilijkheden
te helpen, zouden dan 6 man zijn voor slechts 2 muildieren en
eene affuit van 180 K.G. Eindelijk zal men in moeilijke
oogenblikken er niet tegen opzien om de 2 overblijvende koe-
Hes te bezigen voor overbrengen van munitie als anderszins.
Op deze wijze zou men dus per stuk 6 inlanders meer krijgen,
waartegenover 2 Europeanen en 1 muildier met geleider minder.
Bovendien vergete men niet, dat 't aantal noodige reservedieren
ook vermindert; eischt men bijv. 50 °/0reserve muildieren, dan
is dit tegenwoordig per sectie 3 en in ons stelsel slechts 2,
terwijl, doordat in ons stelsel de taak der 2 muildieren, in ver
band met 't meerdere trekken en het niet dragen van 't kanon,
lichter is dan die der tegenwoordige 3 muildieren, eene reserve
van 50 °/0 in ons systeem eerder voldoende zal zijn dan in 't
tegenwoordige.
Uit deze inlandsche militaire koelies zou men reserve kanon
niers kunnen vormen, door bijvoorbeeld prerniën uit te loven
voor het kennen van de verrichtingen der kanonniers bij 't stuk,
terwijl men ze eindelijk in de garnizoenen ook kan gebruiken
voor al die verrichtingen, waarvoor nu vrije koelies moeten wor
den aangenomen zooals in de stallen, in de keuken enz.
Aldus krijgt men zonder meerdere kosten eene artillerie, die
wij zijn er van overtuigd in Indische terreinen veel mobieler