- 252
zou blijken te zijn dan de tegenwoordige. De proef hieromtrent
zou zoo gemakkelijk te nemen zijn door bijv. bij eene batterij eene
enkele sectie op de door ons aangeven wijze in te richten, deze
sectie eenige maanden goed te oefenen en daarna haar mobiliteit
in alle soorten van terrein drassige en sterk geaccidenteerde
te vergelijken met die der beide overige sectiën. Men zij bij deze
proef echter absoluut onpartijdig en late bij de proefmarschen
de sectie-commandanten optreden in voor hen volkomen onbe
kend terrein, want juist die onbekendheid, die volslagen onmo
gelijkheid om van te voren te bepalen, waar men trekken en
waar men dragen moet, is dikwijls oorzaak, dat den artillerie com
mandant te velde de onaangenaamste verrassingen worden bereid.
Na in het eerste gedeelte van ons opstel te hebben aange
geven door welk middel wij meenen, dat de mobiliteit der tegen
woordige berg-artillerie zou kunnen worden verhoogd, komen
wij nu tot de bespreking van 't materieel, waarmede onzes inziens
de artillerie tegen den inlandschen vijand zou moeten worden
uitgerust.
Onze tegenwoordige berg-artillerie is in navolging van de
meeste Europeesche berg-artillerieën bewapend met een kort
kanon, waarvoor gewoonlijk de volgende redenen worden opge
geven: le moet 't kanon licht zijn om gemakkelijk vervoerbaar
te zijn, 2e moet de maximum lengte niet meer dan 1 M. zijn,
omdat anders 't dragende muildier zich niet gemakkelijk kan
wenden, en 't zwaartepunt te ver naar achteren komt, 3e zijn
groote invalshoeken in bergachtige terreinen met hunne diepe
terreinplooien gewenscht.
Gaan wij na of deze redenen ook tegen den inlandschen vijand
gelden. De eerste blijft onveranderd bestaan, maar men kan
bij het door ons bepaald gewicht van 120 K. G., ook een vrij
Inag kanon construeeren. De tweede reden vervalt, zoodra men,
zooals wij, van 't dragen door een muildier afziet, terwijl eindelijk
de derde reden, waarvan 't gewicht trouwens toch al sterk
betwijfeld kan worden, al hare waarde verliest, als men opmerkt,
•dat de artillerie tegen den inlandschen vijand zeker even dik
wijls in vlak als in bergterrein zal optreden.
Wij kunnen dus de beslissing omtrent 't type kanon al-
