254 -- gehouden over een den volgenden dag te houden oefening, bestaam de uit 't beschieten van loopgraven met ons 7 cM. bergkanon. De luitenant, belast met de leiding van 't vuur, wilde dit af geven volgens de regelen, aangegeven voor't beschieten van een gedekt doel, met andere woorden wilde zooveel mogelijk van 't voordeel gebruik maken, dat groote invalshoeken geven. De toenmalige commandant der bereden artillerie gaf echter als zijne meening te kennen, dat 't vuur behoorde geleid te worden vol gens de regels tegen ongedekte doelen en dit wel, omdat de menschen tegen de borstwering aangeleund staande toch bijna alleen trefbaar waren voor dat gedeelte van hun lichaam, dat boven de borstwering uitstak. Die menschen vormden dus met dat uitstekende gedeelte van hun lichaam een ongedekt doel,, terwijl de rest van 't lichaam niet als doel werd beschouwd. Deze opinie werd door de aanwezige officieren nagenoeg alge meen gedeeld, en men deed dus vrijwillig afstand van 't voor deel, dat groote invalshoeken konden geven om zooveel mogelijk gebruik te maken van de dieptewerking der G.K., welke diepte werking bij ons bergkanon met zijne geringe eindsnelheden toch zoo gering is. Wij komen dus tot de conclusie, dat 't kanon zoo lang moge lijk moet zijn, als in verband met 't gewicht van 120 K.G. en 't nog vast te stellen kaliber mogelijk is. Hoe kleiner 't kaliber is, hoe geringer 't projectielgewicht bij nog voldoende spherische dichtheid kan zijn en hoe grooter dus de aanvangs- en eind- snelheden kunnen worden. Hoe langer nu het kanon gemaakt kan worden, hoe geringer de maximum gasdruk zal kunnen zijn en hoe gelijkmatiger de terugstoot zal werken, hoe lichter de affuit dus zal kunnen zijn. Wij gaan dus voor de verdere gegevens van ons kanon uit van het beginseleen zoo klein mogelijk kaliber en een zoo licht mogelijk projectiel, en stellen 't kaliber op 6,5 cM. en 't gewicht van 't projectiel op 5 K.G. Verder durfden wij niet gaan met 't oog op de constructie van de granaatkartets. Hoe geringer toch het gewicht van 't projectiel en hoe kleiner 't kaliber is, des te ongunstiger wordt de constructie van de gra naatkartets, des te geringer haar nuttig vermogen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 274