259 't geval is, opgevoerd wordt tot eene van 6 schoten per minuut, de geheele munitieuitrusting zelfs in 16 minuten verbruikt zou kunnen worden. Ons dunkt, dat het gevechtsmoment al uiterst spannend of het doel al bijzonder mooi moet zijn, voordat de artillerie-com mandant eene grootere vuursnelheid dan 3 schoten in de minuut zou willen toepassen. Deze bijzonder trefbare doelen ziet men zelden of nooit in den oorlog tegen den inlandschen vijand, men ziet die groote drommen menschen niet, waarin de Europeesche veldlegers zich nu en dan wel zullen moeten bloot geven aan vijandelijk artil lerievuur. Als de inlandsche vijand ongedekte doelen in open terrein aanbiedt, dan zijn dit in den regel kleine, snel verdwij nende groepen strijders, waarop men wel gaarne zeer snel zou willen vuren, maar waartegen een juist gericht vuur toch nog veel noodzakelijker is. Het eene kan nu eenmaal niet samen gaan met 't andere en men zal dus een langzamer, maar juister vuur verkiezen. En nu de spannende gevechtsmomenten? Ook daarvoor zal het zeer snelle vuur zelden noodzakelijk zijn. Tegen den niet .met artillerie bewapenden tegenstander zal het op 't juiste oogenblik inzetten der artillerie wel bijna altijd het gewenschte resultaat hebben, dat men tegenover den wel met artillerie bewapenden tegenstander slechts zou kunnen bereiken door 't opvoeren der vuursnelheid tot haar uiterste grens. Intusschen blijft de mogelijkheid om zeer snel te kunnen vuren altijd een voordeel, want die spannende gevechtsmomenten kunnen zich toch altijd voordoen en 't inrichten van den vuurmond tot snel vuurkanon stelt ons toch ook in staat om een juist gericht vuur sneller af te geven dan uit een gewoon kanon. Van dit standpunt gezien moet men dus alle middelen, die tegenwoordig worden aangewend om de vuursnelheid te verhoogen, ook toe passen op den hier besproken vuurmond, zoolang er aan die toepassing geen nadeelen verbonden zijn, die de zeer geredu ceerde voordeelen neutraliseeren. Die tegenwoordig aangewende middelen zijn: a. het vereenvoudigen van richting en lading en 't gelijktij dig doen plaats hebben van beide verrichtingen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 279