i-mvj M x (11X11)'= S K.G.M. - 261 vlak van den vuurmond. De versnellingen, die projectiel en vuurmond op ieder willekeurig oogenblik krijgen, zijn dus om gekeerd evenredig met de massa 's dus met de gewichten. Op 't oogenblik, dat 't projectiel den vuurmond verlaat zijn dus de beide sommen der versnellingen, dat wil dus zeggen de snel heden van projectiel en vuurmond omgekeerd evenredig met de gewichten, zoodat men tot de formule zou komen V0: Yk pk: p waarin vk en pk snelheid en gewicht van den vuurmond zijn. y v° 2 k Pk In de practijk blijkt echter, dat deze formule niet geheel juist is, omdat er bij de verbranding der lading gasstroomingen ontstaan, die wij niet kennen, zoodat de formule Vk 2+^ A) Pk juister is. Hierin is eene zekere factor, die volgens Krupp 2 is, terwijl a 't gewicht der lading is. Stellen wij ons ladings- quotient op 0,05, dan is de lading 0,25 K.G. en wordt boven staande formule Vk 340 dia 11 11X17 X 240 12 De levende kracht van het kanon na het schot wordt dan Neemt men verder aan, dat de industrie eene affuit met rem kan leveren, die per K.G. gewicht eenen schok van 6 E.G. M. kan doorstaan, dan zou die affuit voor ons kanon -^^5,3 6 247,5 K.G. zwaar moeten zijn. Dat zou dus, waar onze tegen woordige affuit slechts 182,5 K.G. weegt eene belangrijke ver zwaring beteekenen. Die affuit zou door drie muildieren gedra gen moeten worden, en daarmede zouden alle voordeelen, die wij ons boven bij de bespreking der mobiliteit hadden voorge spiegeld, verloren gaan. Geen vermindering van dieren, dus geen vermindering van ongevallenminder gelegenheid om de nu aan merkelijk zwaardere affuit in moeilijk terrein te trekken, dus meer dragen door de muildieren, meer drukkingen en pijnlijke JLu U

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 281