262
ruggengeen verlichting der taak der kanonniers dus geen ver
mindering der bediening, veel mindere stabiliteit van den gekozen
marschvorm met getrokken affuit en gedragen stuk.
Ziedaar de nadeelen, verbonden aan die zware affuit, in 't kort
opgesomd, nadeelen, die nog veel grooter worden als 't kanon ook
door dieren wordt gedragen. In dit laatste geval zal de bedie
ning van 1 stukscommandant en 7 kanonniers in moeilijk terrein
zeker niet tegen hare taak opgewassen blijken en zal eene reser
ve van 50°|o muildieren evenmin voldoende zijn. De bediening
zal dus moeten worden vermeerderd, 't aantal dieren belangrijk
uitgebreid, en dan nog zal eene artillerie verkregen worden, die
lang niet zoo mobiel is als onze tegenwoordige berg-artillerie en
omtrent welks geschiktheid om mede tegen den inlandschen vijand
uit te rukken wij ons oordeel dus niet behoeven uit te spreken.
Is de affuit niet van eene rem voorzien, dan blijft de boven
staande redeneering omtrent 't arbeidsvermogen van beweging,
dat 't kanon krijgt, volkomen dezelfde, maar nu behoeft dit
arbeidsvermogen niet geheel dooi de affuit te worden opgenomen.
Past men dezelfde redeneering, als boven bij 't kanon is ge
volgd, toe op 't samenstel kanon en affuit, dan krijgt dit na het
schot eene snelheid van:
Y0(P p -j- «A
Vk a -= -V0 (waarm pa gewicht der
Pk Pa Pk Pa
affuit)
en dus een arbeidsvermogen van beweging van:
1„ v2 Pk Pa (P «a) 3 y2
V Vk+- - (Pk p.i v-
<P }'fy 3
2 g (pk Pa)
Het arbeidsvermogen, dat het kanon alleen gekregen zou heb
ben, zou geweest zijn
en 't verschil tusschen deze beide is dus 't arbeidsvermogen, dooi
de affuit gedurende 't schot opgenomen. Dit verschil bedraagt
P* (P ",A)V V2 en is dus X
2 g pk (pk -f Pa) 0 Pa
kleiner dan 't arbeidsvermogen, dat de affuit met rem gedurende
den schok moet opnemen.