tje slechts weinig van den waterspiegel verwijderd zijn, komen, in 't water en een deel der zoo kostbare munitie wordt nat. Dit struikelen komt bij den vaak met steenen bezaaiden bodem van zulke riviertjes herhaaldelijk voor, en er werd dan ook op Atjeh dikwijls geklaagd over de vele natte munitie, die ter ver wisseling werd aangeboden. Den officieren werd meermalen voor gehouden van hoeveel belang het is toch niets van den zoo geringen munitievoorraad door eigen schuld onbruikbaar te maken, maar het ging toch niet aan om telkens weer alle munitie door men- schen over te brengen. Als de kisten niet waterdicht gemaakt worden, zal men altijd zoo nu en dan het ongeluk hebben, dat er munitie nat wordt, hoe grooter echter de afstand van den onder kant der munitie kisten tot den bodem is, hoe hooger dus de draag- paarden en hoe ondieper de kisten zijn, des te minder zullen die ongelukken voorkomen. Vermindert men de breedte der kisten, dan zal men bij nauwe doorgangen er veel minder last van hebben, dat het beladen munitiedraagpaard den doorgang niet kan passeeren. Wij den ken hierbij aan de nauwe kampongpoortjes, die dikwijls moe ten worden doorgetrokken. Men trachte dus de bepakking zoo in te richten, dat de kis ten zoo smal en zoo ondiep mogelijk zijn. Hiertoe zou men bijvoorbeeld de projectielen liggende kunnen verpakken, zoodanig,, dat de lengteassen der projectielen evenwijdig aan de lengte richting van de kist zijn, terwijl er in de breedte 2 projectielen naast, in de lengte 2 projectielen voor elkaar liggen. Aldus 4 projectielen op den bodem en 2 daarboven op, terwijl de over blijvende ruimte beschikbaar blijft voor de hulzen met lading. Voor eene vaste ligging der projectielen moet natuurlijk wor den gezorgd. In dezen geest zal men zeker eene kist kunnen construeeren, waarvan de afmetingen onderstaande maximumwaarden niet overtreffen. lengte 0,65 M. breedte 0,18 diepte 0,18 Eene belangrijke vermindering dus van diepte en breedte, en eene vermeerdering der lengte. Toch kan deze lengte niet te-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 285