EEN VERGELIJKENDE REGLEMENTEN STUDIE,
GETOETST AAN DE PRACTIJK.
(Vervolg van blz. 551.)
'Ruiterschool te paarcl.
De eerste les der eerste afdeeling van dit fundamenteel regle
ment behandelt het onderricht op de deken en met dubbele trens.
Door de invoering van een dikke africhtingstrens komt in dit
hoofdstuk dus een enkele verandering.
De eerste alinea van 8 schrijft voor, dat bij de recrutenaf-
richting, het aantal ruiters, dat te zamen wordt onderwezen,
zoo mogelijk, niet meer dan twaalf zal bedragen.
Dit „zoo mogelijk" zal m.i. gewijzigd dienen te worden in
een imperatief „hoogstens".
Waar toch in de zoo weinig belangrijke Ruiterschool te voet
in i wordt aangetroffen, dat in die school het aantal ruiters
in een klasse „hoogstens" twaalf zal bedragen, zal bij de zoo
veel moeielijker te leiden instructie te paard, dit getal zeker
niet overschreden mogen worden.
De derde alinea van dezelfde laat den recruut op de deken
rijden. In Duitschland legt men op de deken het zadelkussen,
waardoor de jeugdige ruiter, wiens vel nog niet bestand is tegen
de groote wrijving, zich minder doorrijdt en dus geregeld de
lessen kan blijven volgen.
10 beschrijft het afmarcheeren der ruiters van den stal
naar de manege en eischt hierbij, dat de ruiters het hoofd van
het paard een weinig omhoog houden.
Deze aanbeveling is geheel overbodig en wordt dan ook nooit
opgevolgd.
18 tot en met 21 behandelen het op- en afspringen, het-