278
durend toenemende tusschenruimten, zoowel tusschen de onder-
deelen als tusschen de manschappen onderling, ligt het voor de
hand, dat de rol van het bataljon als gevechtseenheid voor altijd
is uitgespeeld en dat alleen zijne positie a,ls tactische eenheid
onaantastbaar blijft.
De compagnie is derhalve de sterkste, niet de eenigste ge
vechtseenheid 1). Immers door de zoo zeer verhoogde vuur
kracht van het geweer, is de sectie zooveel krachtiger geworden,
dat zij in staat is geheel zelfstandig op te treden. Reeds nu
wordt het gevecht met ééne sectie ingeleid, zoolang de compag
niescommandant nog geene voldoende gegevens heeft, omtrent
de sterkte van den vijand en de middelen om hem aan te vallen
reeds nu kan het voorkomen, dat iedere sectie hare afzonderlijke
opdracht heeft uit te voeren, hare eigen taak heeft te vervullen,
niet langer met en naast andere sectiën, in eene zelfde linie op
gesteld, en het is te voorzien, dat in de toekomst die betrekkelijke
zelfstandigheid der sectie nog meer op den voorgrond zal treden-
Het tegenwoordige reglement neemt voor de normale front-
uitbreiding van twee sectiën in het aanvallend gevecht 75 M.
aan. Deze uitgebreidheid kan tot het dubbele en meer stijgen,
wanneer, zooals bij een ontmoetingsgevecht, de commandant der
voorhoedecompagnie zich in de noodzakelijkheid ziet gebracht,
om onmiddellijk zijne geheele afdeeling in de gevechtslinie te
1) In het Ille Verslag, jaargang 1901 1902 der Vereeniging ter Beoefening der
Krijgswetenschap zegt de kapitein Jhr. J. H. Ram: „Dat echter ook in onze terreinen
de aanvaller veel meer tusschenruimte zal moeten nemen dan tot nu toe gebruikelijk
was, staat voor mij vast.
Waar het nu te verwachten is, dat èn bij den aanval èn bij de verdediging de front
uitbreiding van de compagnie aanzienlijk grooter zal worden dan zij nu is, rijst de vraag
of de sterkte onzer tactische eenheid niet veel te groot is.
Naar mijne meening kan deze vraag niet anders dan bevestigend worden beantwoord,
ook al neemt men aan, dat de oorlogssterkte na enkele weken aanzienlijk geslonken zal zijn.
Bij het Engelsche leger toch, waar de compagnie slechts 100 combattanten telt, ontviel
de leiding reeds aan den compagnies-commandant, wanneer slechts 2 sectiën naast elkaar
verspreid waren
In bedekte terreinen is het zelfs bij veel geringer frontuitbreiding onmogelijk een troep
te overzien; het zelfstandig bestuur zal dan van den compagniescommandant op den sectie-
commandant, ja soms op den groepscommandant moeten overgaan. Dat hetzelfde motief,
hetwelk eenmaal de compagnie als gevechtseenheid de plaats deed innemen van het batal
jon, zich zou doen gelden, om voor de compagnie in de plaats te stellen eene eenheid
van geringere sterkte ligt voor de hand. De vraag is of men dien tijd nu gekomen acht.