- 279 werpen. Hoe kan nu de compagniescommandant, gedwongen ter eene zijde door de behoefte om de geheele vuurkracht zijner afdeeling te benutten, ter andere door de noodzakelijkheid om verliezen zooveel mogelijk te beperken, zijne compagnie eene zoo groot mogelijke frontuitbreiding te geven, nog langer in staat worden geacht zijne geheele eenheid te beheerschen? Het ligt voor de hand, dat hij wel verplicht zal zijn om aan •elke sectie het grootst mogelijke initiatief en geheele vrijheid van handelen te laten. Waar de omstandigheden dezen toestand nu eenmaal hebben in het leven geroepen, daar spreekt het van zelf, dat het noodig is reeds in vredestijd door eene oordeelkundige oefening het zelfvertrouwen en het zelfstandigheidsgevoel van officieren en kader dermate op te wekken en aan te kweeken, dat in tijd van oorlog de sectiën met vertrouwen uit de hand kunnen worden gegeven. Tot nu toe is dit alles bij de infanterie van het Indisch leger nog een vrome wensch, gedeeltelijk ten gevolge van het oefeningsstelsel, voornamelijk door den sleurgeest, die in vredes- garnizoenen den onderofficier geene zelfstandigheid leert, maar •erg verbaasd staat, als dien onderofficier bij oefeningen of te velde de handen verkeerd staan. En toch is de onderofficier zon der veel moeite op te leiden tot zelfstandig, zich zijner verant woordelijkheid bewust commandant eener sectie: de Europeesche sergeanten van het korps marechaussee op Atjeh zijn even zoo vele voorbeelden. Daartoe moeten echter behartigd worden de gulden woorden der Russische Felddienstordnung van 1901 in punt 14 van „die Unterweisung des Soldaten vor dem Gefecht" „Bist Du Führer, so kümmere Dich nicht um die Angelegen- „heiten Deines Untergebenen, wenn Du siehst, dass er die verstan dig führt. Im Kampfe hast Du genug mit Dir selbst zu thun. „AVer fortwahrend nur aufpasst auf das, was die Anderen thun „sollen, lasst seine eigene Thatigkeit aus den Augen. Jeder Dienst- „grad muss seine Selbststandigkeit und Verantwortlichkeit haben; „erkennt man die erstere nicht an, so hebt man auch die letztere „auf. üagegen muss der Führer darauf achten, dass Jeder das „Seine thut und keine Nachsicht gelten lassen". Voor de beide het laatstbesproken gevechtseenheden, de com pagnie en de sectie moeten derhalve worden opgespoord de vor-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 301