303
schen vijand meer zou kunnen presteeren dan onze tegenwoor
dige macht van 4 veld- en 4 bergbatterijen.
Geschiktheid der artillerie tegen den inlandschen vijand om
tegen een buitenlandschen vijand te worden gebruikt.
Natuurlijk zal men in het geval van een oorlog tegen een
buitenlandschen vijand ook de door ons besproken artillerie zoo*
veel mogelijk willen benutten. Wij willen in 't kort nagaan in
hoeverre dit mogelijk zal zijn en of in dit opzicht de artillerie
tegen den inlandschen vijand veel bij de moderne bergartillerie
zal achterstaan of niet.
In de eerste plaats komen wij op tegen destelling: „De berg
artillerie zal herhaaldelijk met de veldartillerie samen moeten
optreden, het zoo zwakke zusterwapen moeten steunen, en met
haar den strijd aanbinden tegen de vijandelijke artillerie." Deze
stelling, meestal met een bijzonder aplomb en bijna altijd zonder ee-
nige nadere toelichting verkondigd, bevat ons inziens veel onwaars
en geeft in ieder geval van de hoofdtaak der bergartillerie eene
valsche voorstelling. Als het eens werkelijk waar was, dat die
hoofdtaak ,,'t steunen van het zoo zwakke zusterwapen" was, dan
zou toch de vraag volkomen gewettigd zijn, waarom men er met
't oog op den buitenlandschen vijand maar niet liever 8 veldbat-
terijen op nahield, die samen toch eene heel wat geduchtere
artilleriemacht zouden vormen dan 4 veld- en 4 bergbatterijen.
Neen, die bergartillerie is juist ingevoerd bij ons zoo goed
als overal elders—om op te treden daar, waar de veldartillerie
met 't oog op 't terrein niet kan optreden. Een gezamenlijk
optreden van berg- en veldartillerie zal dus uitzondering en geen
regel zijn. In het begin van den oorlog, wanneer de vijand,
nadat wij vergeefs getracht hebben zijne landing te beletten,
van de kust naar het binnenland oprukt, wanneer dus de
strijd nog in de lage terreinen wordt gevoerd, ja, dan zullen die
artillerieën wel eens samen optreden, maar ook nu minder dan
zoo oppervlakkig lijkt. Wij moeten ons immers niet voorstel
len, dat onze simpele 8 batterijen, al worden zij mettertijd ook
zoo georganiseerd, dat zij werkelijk alle acht tegen den buiten
landschen vijand zullen kunnen uitrukken, eene macht vormen,
die ons in staat zal stellen de artillerie van den vijand met