320 van den veel machtigeren galopsprong, die een tempo van 400 M. per minuut ten volle mogelijk maakt, en van het feit, dat een eenmaal goed afgericht Australisch troepenpaard, door zijne kalmte zich ook voor den geheel en al van rijkunstig gevoel ont- blooten inlander uitstekend zal eigenen. Meermalen hoorde ik vroeger de bewering uiten, dat de Aus tralische ponies het in het terrein in elk geval tegen de San- delhouts zouden moeten afleggen, waarbij dan in den regel werd aangehaald het doortrekken van natte sawahs en het loopen over smalle galangens. De thans verkregen ervaring heeft echter deze bewering schitterend gelogenstraft. Geregeld eenmaal per week toch worden de ponies in het ter rein gebracht en volgen reeds van den beginne af het afgerichte, hen voorgaande, paard vol vertrouwen door alle terreinen, over alle hindernissen, bij welke laatste men het den meesten ponies kon aanzien, dat het overwinnen daarvan hun veel minder moei te kostte dan bij onze kleine paardjes het geval is. Zij baggeren met de grootste kalmte tot aan den buik in de modder en had den na eenige oefeningen ook voldoende bedrevenheid in het wan delen over galangans verkregen. Ook het overtrekken van riviertjes, waarbij voor een tien of vijftiental meters zwemmen noodzakelijk was, geschiedde zonder verzet en zeer rustig, terwijl, zooals ik reeds boven opmerkte, noch het roeren der trommen, noch het schieten, zelfs langs den hals van het paard heen, ook maar eenigszins de rust vermocht te verstoren. Wat het uithoudingsvermogen betreft, het is reeds zoo menig maal proefondervindelijk aangetoond, zoowel op de renbaan als bij afstandsritten, hoe ver de Australische paarden en ponies in dat opzicht boven de in Indië gefokte zijn verheven, dat wij, ook in verband met hetgeen wij van deze ponies reeds zagen, ten volle op hen durven vertrouwen. Over enkele maanden, na te velde verkregen uitkomsten, hoop ik hier echter eveneens op terug te komen. Summa summarum zijn wij dus, wat betreft het paardenma- teriaal van het Regiment Cavalerie, eene groote schrede voor uitgegaan. Omtrent de thans te Salatiga in africhting zijn de ponies hoorden wij hier nog slechts weinig, alleen kregen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 342