- 321 wij de verzekering, dat men er ook daar mede is ingenomen. Moge die vooruitgang nog ééns van dien aard zijn, dat wij den vijand kunnen tegemoet rijden, gezeten op rossen, die ons vol vertrouwen op den schok, die wij met onze eigene paarden kunnen teweegbrengen, op den vijand doen stooten! En nu ten slotte nog de aanvulling. Daaromtrent zuilen ons vermoedelijk de meest betrouwbare gegevens kunnen worden verschaft door den ritmeester Posno, die eerst onlangs van eene zending uit Australië terugkeerde. Het wil mij echter a priori voorkomen, dat, indien het den ritmeester gebleken ware, dat die aanvullling niet ten volle ver zekerd was, door hem wel niet een zoo groot aantal (ik meen 75) ponies op Java zoude zijn ingevoerd. Moge mijn geschrijf aanleiding geven, dat de ritmeester zoo. welwillend zal willen zijn in de kolommen van dit tijdschrift den velen belangstellenden zijne meening in deze te doen kennen. P. H. Heekema. Is" luit. der Cavalerie. Koeta Radja, Augustus 1902.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 343