16
En deze reden is de gewichtshulp
De ruiter toch, die de richting moet opnemen, draait dadelijk
hoofd en bovenlijf naar rechts om den ruiter te zien, waarop
hij zich richten moet, en de gewichtshulp is gegeven.
Hierbij bestaat evenwel het groote nadeel, dat de ruiter dit
onbewust deed, en hij het dus bij andere wendingen niet toepast.
En daarom wenschte ik een hoofdstuk over de gewichtshulp.
37 beschrijft het in evenwicht stellen en verzamelen als volgt:
„Het paard staat in de evenwichtshouding, wanneer het met
bijna loodrecht geplaatst hoofd, met opgerichten tegen schoft
en schouders aangeschoven hals, recht op de vier beenen is
geplaatst enz".
Mijns inziens is hierbij geheel uit het oog verloren, dat „het
paard" geen voorwerp is, dat men bij gelijk en gelijkvormige
dozijnen koopt.
„Het paard" is een individu van de tallooze typeeringen en
schakeeringen, die men onder den soortnaam equus caballus aan
duidt. Een normaal houding voor paarden vast te stellen, waarna
men streven moet, zij dus het doel en geen geperst houdinkje,
alsof het voor een recruut ware.
Bovendien is het tegenwoordige rijdier der Nederlandsch-
Indische cavalerie een dier geworden, dat men nog slechts met
veel goeden wil den naam van paard kan geven.
Doch afgescheiden hiervan draagt ook in de Europeesche cava-
lerieën het soldatenpaard zulk een zwaar gewicht onder zijne
complete bepakking, dat men moet gaan uitzien naar de meest
practische houding, waarin het paard dit gewicht dragen kan.
En een opgerichte hals is zeer zeker niet de halshouding, die
men van een torsend soldatenpaard kan vergen.
In Europa wordt dan ook algemeen er naar gestreefd hoofd
en hals laag te rijden, om daardoor de rugspieren in werking
te brengen.
Wordt dan bij laag staanden hals, de achterhand ondergedre
ven, dan is deze ondergebrachte achterhand de tweede factor,
die de ruggespieren doet functionneeren.
Afgescheiden van dit' alles worden de teugelhulpen het best
gegeven, indien het hoofd bijna loodrecht geplaatst is.