348 - in liet gras op een koel plekje? Een enkele maal wordt zij later gehou den op een wetenschappelijke bijeenkomst in de kazerne. Dan zit men. Waarom zit men niet, als de manoeuvre besproken wordt onmiddellijk na den afloop en men dus soms in hooge mate ver moeid is Misschien zal de een of andere ijzervreter verontwaardigd uitroepen „Weer wat nieuws! Wat bl.... m, daar moeten ze maar tegen kunnen Welnu! ze kunnen d'er ook tegen. Ik heb tenminste nog nooit iemand tijdens een bespreking, hoe lang die ook was, zien flauw vallen, noch van uitputting, noch van verveling, maar diezelfde ijzervreter zal toch gaarne zien, dat de toehoorders hunne volle aandacht schenken aan de wijze opmerkingen, die hij naar aanleiding der oefening ten beste geeft en de officieren kunnen dat niet, als ze op een gegeven oogenblik letterlijk bijna omvallen van vermoeienis." d.GL Paardenkennis van jonge officieren der bereden wapens. Het is een vreemd verschijnsel, dat er zoo weinig, ik kan wel zeggen niets, wordt gedaan, om jonge officieren der bereden wapens kennis van paarden te doen krijgen. Men schijnt van het idee te zijn, dat iemand, eenmaal officier van een bereden wapen zijnde, positief verstand van paarden hebben moet ten minste ik moet tot die conclusie komen, aangezien ik nooit jonge officie ren toegevoegd zag aan eene keuringscommissie of op andere wijze in de gelegenheid gesteld de vereischte kennis in deze op te doen. Mij komt dit zeer vreemd voor en zelfs zeer in strijd met de belangen der bereden wapens. Hier, waar de paarden zoo geheel anders zijn dan in Europa, waar bovendien paarden gekocht worden uit de prauw, paarden, die dagen en dagen gebrek hebben geleden en daardoor krachteloos zijn, is het toch wèl nöodig om zicht op deze paarden te leeren krijgen. Hoe is de toestand? De officieren komen van de Academie, waar zij onderricht in paarden kennis kregen, en waar door de meesten van dit vak heel veel werk werd gemaakt. Deze officieren komen in Indië en niets, totaal niets, wordt hun verder daaromtrent geleerd; doen zij zeiven moeite zich op de hoogte testellen en verzoeken daarom aan eene commissie toegevoegd te worden, desnoods voor eigen rekening, dan wordt dat geweigerd. Absoluut geene gelegenheid wordt hun alzoo geboden om hunne theo retische kennis aan de practijk te toetsen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 370