BESCHOUWINGEN OVER DE AFSTANDMETERS ZEISS
EN BARR AND STROUD.
Op blz. 131 I. M. T. No. 2 van 1902 lezen we in de stadie
van den kapitein van den Gen. Staf. J. C. van den Belt het
volgende
Zoo lang geen goed bruikbare afstandmeter gevonden is, meent
„de schrijver, dat o. a. verbetering verkregen kan worden door het
gebruik van twee vizieren, omdat, zegt hij, het schieten met 1 vizier
als 't ware een loterij is, toaann naast één grooten prijs een aantal
nietendaarentegen het schieten met 2 vizieren eene loterij, in tvelke
wel is ivaar geen groote prijs te behalen is, doch waarin veel min
der nieten en een aanzienlijk aantal vrij goede prijzen voorkomen.
I>e som der prijzen is in beide gevallen dezelfde. In den oorlog
„nu komt het niet aan op een zoo hoog mogelijke, maar onzekere
„uitwerking, doch op een voldoende uitioerking, waarop gunstige
„kansen bestaan." Met „den schrijver" in deze aanhaling wordt
bedoeld de Duitsche generaal Rohne. Wij moeten dus aannemen,
dat op 't tijdstip, dat genoemd generaal zijne studie schreef, nog
geen goed bruikbare afstandmeters voorhanden waren. Of ze daar
na volgens het oordeel van den generaal wel vervaardigd zijn,
is mij onbekend. Afgaande op het feit, dat bij het Duitsche
leger nog geen afstandmeters voor veldgebruik zijn ingevoerd,
zouden we de onderstelling kunnen maken, dat de thans bestaan
de nog niet aan den eisch beantwoorden. Nemen we echter in
aanmerking, dat bij de invoering van oorlogsmiddelen de finan-
cieele kwestie een belangrijke factor is, dan is de onderstelling
niet gewaagd, dat er wel goed bruikbare afstand meters bestaan,
maar dat de aanschaffing daarvan, uit een financieel oogpunt
beschouwd, te bezwarend is.
Na ons in zijne studie betoogd te hebben, dat een nauwgezette
opleiding tot juistheidsschutters geen voordeelen oplevert, ja,
Dl. II. 1902. 24